![]() |
Periodiek:
Opdrachtgever: Aa en Hunze
Op dit moment zijn op bedrijventerrein Bloemakkers in Gieten nog slechts vier uitgeefbare bedrijfskavels beschikbaar. Het totale oppervlak is 1.76 hectare. De gemeente staat voor de keuze een stuk grond met een bruto omvang van ongeveer drie hectare aan te kopen (met 2.2 hectare aan netto uitgeefbare kavels), dat ten zuidoosten aansluit op bedrijventerrein Bloemakkers, duidelijk het grootste bedrijventerrein in Aa en Hunze. De gemeente heeft aan Bureau Louter verzocht een marktonderzoek uit te voeren. Dat zal inzicht moeten bieden in de vraag of het verstandig is om tot aankoop van de grond over te gaan. De ambitie bestaat om Bloemakkers 2.0 op middellange termijn (vijf jaar, mogelijk nog sneller) uit te geven. Naast het inschatten van de kansrijkheid om deze ambitie te realiseren, wenst de gemeente ook dieper inzicht waar de grootste kansen liggen (naar sector, type aanbod en kavelgrootte).
Vraag naar bedrijventerreinen Aa en Hunze volgens drie scenario's, sept. 2021-sept. 2026
Op basis van en confrontatie met het bestaande aanbod kwam Bureau Louter tot de conclusie dat de gemeente tot aankoop van de grond kan overgaan.
Opdrachtgever: Ooststellingwerf In de gemeente Ooststellingwerf ligt één groot bedrijventerrein (Venekoten in Oosterwolde), een middelgroot bedrijventerrein (De Turfsteker in Haulerwijk), een vijftal kleine bedrijventerreinen (in Oosterwolde, Oldeberkoop, Appelscha en twee in Donkerbroek) en een specialistisch bedrijventerrein dat zich richt op bedrijven die zich primair bezighouden met duurzaamheidsvraagstukken (het Ecomunitypark). Momenteel zijn er nog bedrijfskavels uitgeefbaar, maar het aantal beschikbare hectares is niet groot en voor een groot deel daarvan is sprake van opties tot koop. De gemeente Ooststellingwerf wenst daarom inzicht in te verwachten ontwikkelingen op middellange termijn (vijf jaar) en lange termijn (vijftien jaar) op de bedrijventerreinenmarkt en heeft aan Bureau Louter verzocht daar onderzoek naar te doen. Bureau Louter heeft twee benaderingen gevolgd, namelijk een vraagprognose volgens een modelbenadering (hier 'reguliere vraag' genoemd) en een benadering waarbij wordt uitgegaan van opties en een inschatting van de kans dat zij op korte termijn tot uitgifte zullen leiden. Bij een combinatie van deze twee benaderingen resulteerde slechts bij het laagste scenario van economische ontwikkeling geen tekort aan uitgeefbare bedrijventerreinen. Op langere termijn zouden volgens alle scenario's (grotere) tekorten resulteren. Uit onderstaande figuur blijkt dat het grootste deel van de verplaatsingen over korte afstand plaatsvindt. Frequentie verplaatsingsafstanden Venekoten en andere bedrijventerreinen Toelichting: Gemeten is de gemiddelde afstand van de verplaatsingen naar Venekoten en de som over de overige terreinen. Het gaat hierbij zowel om binnengemeentelijke als intergemeentelijke verplaatsingen (binnen de provincie Fryslân).
Opdrachtgever: Het Hogeland De recentelijk nieuw gevormde gemeente Het Hogeland wenst een geactualiseerd beeld van de markt voor bedrijventerreinen. De gemeente wil daarmee inspelen op de ontwikkelingen in de behoefte aan bedrijventerreinen voor bestaande en nieuwe bedrijven. Vraag en aanbod op de markt voor bedrijventerreinen worden in dit onderzoek geanalyseerd. Van belang is dat in de gemeente een groot zeehavengebied ligt, de Eemshaven. Een behoefteraming en vraag-aanbod confrontatie voor zeehaventerreinen vergt een andere aanpak dan voor de overige bedrijventerreinen in de gemeente (verder aangeduid als 'reguliere bedrijventerreinen'). Ontwikkelingen zijn in beeld gebracht tot en met 2030, met een doorkijkje naar 2035. Uit een analyse van bedrijfsverplaatsingen blijkt dat er in de (zeer omvangrijke) gemeente Het Hogeland geen sprake is van één bedrijventerreinenmarkt, maar van vier ruimtelijke deelmarkten. Vraag-aanbod confrontaties daarvoor leren dat slechts voor de voormalige gemeente De Marne geen tekort aan uitgeefbare terreinen dreigt te ontstaan in de komende tien jaar. De vraag naar zeehaventerrein (Eemshaven) ligt naar verwachting in het komende decennium tussen 15 en 29 hectare per jaar. In de onderstaande figuren staat een uitwerking voor de Eemshaven naar segmenten. Daaruit blijkt dat vraag vooral mag worden voorzien voor energie en datacenters. Bedrijvigheid op zeehaventerrein Eemshaven naar ruimtebeslag en aantal arbeidsplaatsen, 2021
Vraag naar bedrijventerreinen, naar cluster en scenario, 2021-2030, hectares per jaar
Opdrachtgever: ROA
Jaarlijks stelt Bureau Louter in samenwerking met SEOR de arbeidsmarktprognoses op (SEOR de nationale prognoses, Bureau Louter de regionale prognoses). De regionale arbeidsmarktprognose zijn op het niveau van werkregio's bepaald (de locatie van bedrijven en instellingen). In regionaal arbeidsmarktonderzoek maakt ROA echter gebruik van analyses op het niveau van woonregio's. Het door Bureau Louter opgeleverde resultaat is een bestand met het aantal werkenden, het aantal banen en het arbeidsvolume voor 21 sectoren naar 35 arbeidsmarktregio's tot en met 2026.
Ontwikkeling arbeidsvolume naar woonregio, 2021-2026
Opdrachtgever: UWV Bij de jaarlijkse regionale arbeidsmarktprognoses voor het UWV, waarbij SEOR de nationale ontwikkelingen per economische sector bepaalt en Bureau Louter de regionale ontwikkeling, was dit jaar vooral de invloed van COVID-19 op de ontwikkeling van het aantal banen van belang. Dit zogenaamde 'corona-effect' is weergegeven in onderstaande figuur. Weergegeven is de procentuele ontwikkeling van het aantal banen tussen 2019 en 2020 (het gaat steeds om jaargemiddelden) ten opzichte van het jaarlijks gemiddelde in de periode 2014-2019. Nationaal was sprake van een achteruitgang met 3.2%. Vooral Groot-Amsterdam is zeer hard getroffen door de economische effecten van de maatregelen in verband met corona (onder andere luchtvaart en internationaal toerisme). In wat mindere mate geldt dat voor Midden-Brabant en Helmond-De Peel. Het minst ongunstig waren de effecten in de vier noordoostelijke provincies, in Zeeland, in het Groene Hart en de Kop van Noord-Holland. Verschil ontwikkeling banen 2019-2020 en 2014-2019 (regionaal corona-effect)
Opdrachtgever: Provincie Fryslân In 2015 heeft Bureau Louter prognoses opgesteld voor de vraag naar bedrijventerreinen tot 2025 (met een doorkijkje tot 2030) in Fryslân, met een onderscheid naar de vier regio's in Fryslân waarin gemeenten op het gebied van bedrijventerreinen samenwerken (Noordwest-Fryslân, Noordoost-Fryslân, Zuidwest-Fryslân en Zuidoost-Fryslân). Op verzoek van de provincie Fryslân heeft Bureau Louter een nieuwe behoefteraming gemaakt met prognoses voor de ontwikkeling van de vraag naar bedrijventerreinen in de periode 2021-2035, met een onderscheid naar regio en sector en volgens een aantal scenario's. Daarnaast is onder andere aandacht besteed aan de uitgifte van kavels naar kavelgrootte. Daaruit blijkt dat het aandeel van de gemeenten met de vier grootste kernen (Leeuwarden, Drachten, Heerenveen en Sneek) in de totale Friese uitgifte groter is naarmate de kavelgrootte toeneemt. Uitgifte van bedrijfskavels naar grootteklasse, 2015-2020
Opdrachtgever: Gemeente Emmen Bureau Louter heeft een prognose voor de vraag naar bedrijventerreinen voor de periode 2020-2030 opgesteld voor de gemeente Emmen. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen vier economische scenario's en is de vraag geconfronteerd met het aanbod (uitgeefbare terreinen en plannen voor nieuwe terreinen). Per begin 2020 is er 65,8 hectare aan uitgeefbare bedrijventerreinen volgens de exploitatie. In onderstaande tabel is dit vergeleken met de vraag in de periode 2020-2030 volgens vier scenario's.
Tabel Vraag-aanbod confrontatie per scenario, in netto hectares
Voor drie van de vier scenario's is sprake van een licht overschot (Strong Europe en Transatlantic Market) of een klein tekort (Global Economy). Slechts bij een zeer matige economische ontwikkeling (volgens het Regional Communities scenario) is sprake van een ruim overschot.
Opdrachtgever: UWV In het kader van de jaarlijkse arbeidsmarktprognoses voor het UWV heeft Bureau Louter prognoses opgesteld voor vijftien van de zestien sectoren (in openbaar bestuur komen geen zelfstandigen voor). De nationale prognoses zijn hierbij opgesteld door SEOR. Bureau Louter heeft aan de hand van een zelf ontwikkeld model een 'vertaling' gemaakt naar het regionale niveau. De sterkste ontwikkeling van het aantal zelfstandigen wordt voorzien in de Randstad, hoewel er tussen economische sectoren sprake is van verschillen. De top-3 wat betreft de procentuele ontwikkeling van het aantal zelfstandigen bestaat uit Haaglanden, Groot-Amsterdam en Flevoland. Momenteel bestaan er verschillen in relatieve vertegenwoordiging van het aantal starters. Groot-Amsterdam scoort bijvoorbeeld hoger dan Rijnmond en Rivierenland hoger dan Zuid-Limburg (waarbij het type bedrijvigheid waarin zelfstandigen actief zijn overigens duidelijk verschilt tussen Groot-Amsterdam en Rivierenland). Aantal zelfstandigen per 1000 inwoners 15-74 jaar, 2018
Opdrachtgever: ROA Samen met SEOR (nationale prognoses) heeft Bureau Louter (vertaling naar regio's) prognoses voor de ontwikkeling van het aantal banen van werknemers en zelfstandigen opgesteld. Dat gebeurt op het niveau van de werkregio (de regio waar het werk wordt uitgevoerd en/of de werkenden zijn ingeschreven). Op verzoek van ROA zijn de resultaten omgezet in een andere typering van de bedrijvigheid (door SEOR) en in prognoses naar sector en regio (zie de kaart) op het niveau van de woonregio (de regio waar werknemers/zelfstandigen wonen). Indeling arbeidsmarktregio's
Opdrachtgever: UWV Jaarlijks stelt UWV nationale en regionale arbeidsmarktprognoses op. Gedeeltelijk, namelijk voor de ontwikkeling van het aantal banen van werknemers en zelfstandigen naar sector (SEOR) en regio (Bureau Louter) wordt daarbij gebruik gemaakt van door SEOR/Bureau Louter opgestelde prognoses. Als achtergronddocument is door Bureau Louter een rapport opgesteld met de regionale prognoses, uitgesplitst naar economische sectoren. Daarbij is onder andere ingegaan op verklaringen achter de regionale verschillen in de verwachte ontwikkeling van het totaal aantal banen per regio: in hoeverre is dat een gevolg van verschillen in sectorstructuur, in hoeverre spelen verschillen in bevolkingsgroei een rol en in hoeverre worden verschillen verklaard door 'locatiefactoren' (voor een bedrijf externe factoren die van invloed zijn op de vestigingsplaatskeuze van bedrijven en/of het bedrijfsfunctioneren). Wanneer de ontwikkeling van het aantal banen van werknemers wordt uitgedrukt per inwoner van 18-66 jaar (de 'potentiële beroepsbevolking) blijkt dat de ontwikkeling van deze 'werkgelegenheidsfunctie' voor nationaal decentraal gelegen regio's als Groningen, Friesland en Zuid-Limburg boven het nationaal gemiddelde ligt, terwijl de ontwikkeling van het aantal banen daarbij achterblijft. Ontwikkeling totaal banen van werknemers, per jaar, 2019-2020
Opdrachtgever: UWV Op verzoek van het UWV heeft Bureau Louter voor elke van de 35 arbeidsmarktregio's een 'regioschets' opgesteld. Daarin zijn op tussen de regio's exact vergelijkbare wijze enkele kerngegevens van de regionale arbeidsmarkt opgenomen, is ingegaan op de relatieve vertegenwoordiging van economische sectoren en op de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in het verleden en verwachtingen voor de toekomst. Ook is bepaald waardoor regionale verschillen in de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen kunnen worden verklaard. Prognose 2019-2020 en relatieve vertegenwoordiging 2019, Zuidoost-Brabant
Opdrachtgever: Gemeente Noordenveld Haarveld in de kern Roden is een bijzonder bedrijventerrein. De landschappelijke omgeving met wandelpaden door het bos en langs waterpartijen maken het park exclusief. Noordenveld heeft er voorheen bij het op de markt brengen van Haarveld voor gekozen om alleen bedrijven toe te laten waarvoor hoogwaardige kennis een belangrijke rol speelt. Dat kunnen productiebedrijven, handelsbedrijven of dienstverlenende bedrijven zijn: Haarveld werd in de markt gezet als een 'Kennispark'. Het uitgiftetempo bleef echter achter bij de verwachtingen. Het is daarom de vraag wat de perspectieven als bedrijfslocatie zijn voor Haarveld. De positie van Haarveld is daarbij in dit onderzoek in breder perspectief gezien dan alleen als vestigingsplaats voor kennisintensieve bedrijven. Momenteel wordt de bestemming van Haarveld heroverwogen. De strikte eis dat slechts kennisintensieve bedrijven mogen vestigen wordt losgelaten. Door Bureau Louter is onderzicht waar, bij het loslaten van deze strikte eis, marktkansen liggen voor Haarveld. Kennispark Haarveld
Opdrachtgever: Gemeente Midden-Drenthe De gemeente Midden-Drenthe wenst bedrijventerrein Ossebroeken 2 te ontwikkelen. In 2016 heeft Bureau Louter onderzoek verricht naar de marktpotentie van Ossebroeken 2. In 2019 heeft een actualisering plaatsgevonden. Daaruit komt voor de komende tien jaar een vraag naar bedrijventerreinen naar voren in het voor Ossebroeken 2 relevante 'marktgebied' van 0.1 hectare per jaar (volgens een laag scenario) tot 1.3 hectare per jaar (volgens een hoog scenario). Aangezien er op dit moment binnen het relevante marktgebied nauwelijks sprake is van uitgeefbaar aanbod, zal er maximaal sprake zijn van een behoefte van bijna 12 hectare in de komende tien jaar (bij een scenario van hoge economische groei). Vraag naar en uitgeefbaar aanbod van bedrijven terreinen in het relevante marktgebied van Ossebroeken 2, 2019-2028
Toelichting: Bij het aanbod is ook meegerekend een onbebouwde reserve van 1.08 op Ossebroeken 1. Exclusief deze onbebouwde reserve bedraagt het aanbod van de voor Ossebroeken 2 relevante regio 1.22 hectare. Dit is tussen haakjes toegevoegd.
Opdrachtgever: Gemeente Leiden
De gemeente Leiden wenst het kleinschalige binnenstedelijke bedrijventerrein Rooseveltstraat te transformeren naar een gemengd woon-werk milieu. Aan Bureau Louter is verzocht hierin mee te denken, onder andere door de marktpotentie te bepalen voor een aantal in het conceptplan voor de Rooseveltstraat voorgestelde economische activiteiten, namelijk activiteiten die samenhangen met een functie als 'maakdistrict' en activiteiten die samenhangen met een functie als creatief district. Een derde mogelijke functie is die van 'servicepoint'. De invulling van dat concept moet echter nog nader worden geconcretiseerd. Na eerdere hogere ambities wordt uitgegaan van een oppervlak voor werken van 28.750 m2. De verdeling over de drie functies is daarbij niet bekend. Bedrijfsruimte van kleine bedrijven in speerpuntsectoren in Leiden, 2017
Opdrachtgever: UWV Jaarlijks stelt het UWV arbeidsmarktprognoses op voor de korte en middellange termijn. Deels gebeurt dit door derden. Dit jaar zijn bijdragen geleverd door het SEOR, ECORYS en Bureau Louter, waarvan het laatste bureau de regionale arbeidsmarktprognoses heeft opgesteld voor 35 arbeidsmarktregio's en 16 economische sectoren. In de kaart staat de gemiddelde jaarlijkse procentuele ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in 2018 en 2019 (in afwijking van het nationaal gemiddelde). ![]()
Opdrachtgever: Gemeente Delft Delft heeft een zeer sterke positie als technische kennisstad. Niet alleen zijn er diverse toonaangevende grote bedrijven gevestigd, maar de stad kent ook een relatief zeer groot aantal technostarters. De indruk bestaat echter dat een groot deel van de 'scale-ups' (bedrijven die na hun incubatiefase sterk groeien) Delft verlaat. Aan Bureau Louter is gevraagd of dat het gevolg is van een gebrek aan geschikte bedrijfsruimte en, als dat zo is, aan hoeveel ruimte er in de komende jaren behoefte is voor de zogenaamde Delftse 'innovativiteitssegmenten' (high-tech/research, ICT en technisch advies). Uit de analyse van Bureau Louter blijkt dat er inderdaad een groot tekort aan geschikte ruimte voor dit type bedrijvigheid dreigt in de komende vijf jaar: het gaat om tienduizenden meters, terwijl de bedrijven in overgrote meerderheid aangeven het liefst in Delft gevestigd te blijven. Op grond van deze onderzoeksresultaten gaat de gemeente Delft zich beraden op de rol die zij zou kunnen vervullen om te voorkomen dat bedrijven Delft onnodig verlaten. In onderstaande figuur staat de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in de innovativiteitssegmenten in Delft sinds 1988 en het aantal arbeidsplaatsen per vierkante kilometer in bedrijven met minder dan honderd arbeidsplaatsen in de innovativiteitssegmenten. Innovativiteitssegmenten in Delft
Opdrachtgever: Gemeente Midden-Drenthe De gemeente Midden-Drenthe wenst bedrijventerrein Ossebroeken 2 te ontwikkelen. Daarbij speelt tegenwoordig het Besluit Begroting en Verantwoording (het BBV) een belangrijke rol. De commissie BBV heeft de afbakening, definiëring en verslaggevingsregels rondom grondexploitaties per 1 januari 2016 ingrijpend gewijzigd. De nieuwe 'notitie Grondexploitaties 2016' is een herziening van de notitie Grondexploitatie die in 2012 is verschenen. Strategisch aangekochte gronden (voorheen: 'Niet in exploitatie genomen grond') moeten tegenwoordig binnen vier jaar worden geëxploiteerd of afgewaardeerd. De gemeente Midden-Drenthe wenst deze beslissing te onderbouwen aan de hand van onderzoek naar de behoefte vanuit de markt in de komende vier jaar. Dit dient plaats te vinden binnen het kader van de Ladder Duurzame Verstedelijking. Op verzoek van de gemeente Midden-Drenthe heeft Bureau Louter dit onderzocht. De resultaten van het onderzoek dienden zowel planologisch als financieel te gebruiken te zijn. Zie in onderstaande figuur de berekende vraag volgens drie scenario's. In het rapport is deze geconfronteerd met het aanbod. Uitgifte hectares bedrijventerreinen en prognose vraag in relevante marktgebied voor Ossebroeken 2
Prognoses bedrijventerreinen
Opdrachtgever: Zuid-Drentse gemeenten en Provincie Drenthe De zes gemeenten in Zuid-Drenthe (Coevorden, De Wolden, Emmen, Hoogeveen, Meppel en Westerveld) hebben aan de Provincie aangegeven een gezamenlijke visie op de verwachten ontwikkelingen op de markt voor bedrijventerreinen te willen opstellen, waarbij sprake is een goede afstemming tussen vraag en aanbod. In die visie wordt voor delen van de markt voor bedrijventerreinen die bovenlokaal opereren ook rekening gehouden met de vraag-aanbod verhouding in omringende gebieden. Aan Bureau Louter is verzocht daarbij een ondersteunende rol te vervullen. Daartoe zijn prognoses van de ontwikkeling van de vraag naar bedrijventerreinen tot en met 2025 opgesteld en is het aanbod ge?nventariseerd en geconfronteerd met de vraag. Van belang daarbij was ook een onderscheid in segmenten. Vraag en aanbod zijn zowel per gemeente als voor de regio als geheel bepaald. In de figuur staat de vraag (het ruimtebeslag aan het einde van de prognoseperiode minus het ruimtebeslag bij het begin van de prognoseperiode: dat kan ook negatief zijn), onderscheiden naar segmenten. Prognoses ruimtebeslag economische sectoren, Zuid-Drenthe
Opdrachtgever: Gemeente Ommen De gemeente Ommen heeft drie grote bedrijventerreinen in de kern Ommen (De Strangen, Alteveer en De Rotbrink) en een klein bedrijventerrein (Beerzerveld). Met uitzondering van De Rotbrink zijn alle bedrijventerreinen volledig uitgegeven. Vooral in de eerste jaren dat De Rotbrink op de markt kwam, zijn hectares verkocht. Daarna stokte de uitgifte. Vanaf 2012 viel deze zelfs geheel stil. Door de gemeente Ommen is aan Bureau Louter en bruno steiner advies verzocht te onderzoeken wat de redenen zijn voor de matige verkoop en een prognose op te stellen voor te verwachten ontwikkelingen. Daarbij zijn tevens de financiële gevolgen voor de gemeentefinanciën doorgerekend. Verplaatsingen naar bedrijventerreinen in de kern Ommen
Opdrachtgever: Gemeente Assen Ten behoeve van de herijking van de Structuurvisie heeft de gemeente Assen aan Bureau Louter en Grontmij verzocht om actuele prognoses te maken van de vraag naar ruimte, onderscheiden naar bedrijventerreinen, kantoorruimte, winkelruimte en ruimte voor toerisme & recreatie. Een belangrijk resultaat van het onderzoek was dat de prognoses voor de vraag naar ruimte waar tot nu toe van werd uitgegaan te optimistisch waren, met name voor kantoorruimte en winkelruimte. Er ligt een aanzienlijke transformatieopgave voor de gemeente Assen. In onderstaande figuur staan de prognoses voor de ontwikkeling van de hoeveelheid verhuurde kantoorruimte bij een ruimtelijke doorvertaling van vier Lange Termijn scenario's. Naast ontwikkelingen voor Assen als geheel is daarbij een onderscheid gemaakt naar deelgebieden.
Opdrachtgever: Gemeente Assen Naast een gezamenlijk met Grontmij opgesteld hoofdlijnenrapport heeft Bureau Louter tevens een zeer uitvoerige ruimtelijk-economische analyse van Assen opgesteld. Daarin is ingegaan op de economische specialisaties van Assen, de ontwikkeling van verschillende economische sectoren, de verdeling over Assen van ruimte voor bedrijventerreinen, kantoorruimte en winkelruimte en prognoses van de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de ruimtevraag. Ook is ingegaan op vraagstukken rond herstructurering en transformatie. De resultaten van een door Bureau Louter nieuw ontwikkeld model voor de toekomstige vraag naar winkelruimte staan hieronder. Uit de prognose waarin rekening is gehouden met nationale verschillen in ontwikkeling tussen detailhandelsegmenten, met de invloed van internet en met regionale factoren (zoals de bevolkingsontwikkeling in en rond Assen) en specifieke lokale omstandigheden, blijkt onder andere dat vooral in de binnenstad het in gebruik zijnde winkelvloeroppervlak zal afnemen.
Opdrachtgever: Gemeente Aa en Hunze De gemeente Aa en Hunze heeft aan Companen en Bureau Louter gevraagd het toekomstperspectief voor woningbouw en bedrijventerreinen te bepalen. Het onderdeel 'bedrijventerreinen' is daarbij uitgevoerd door Bureau Louter.
Opdrachtgever: Provincie Fryslân De Provincie Fryslân heeft Bureau Louter verzocht prognoses voor de vraag naar bedrijventerreinen op te stellen, onderscheiden naar een aantal deelgebieden. Tevens is een onderscheid gemaakt naar economische sectoren. Voor Fryslân als geheel is de totale vraag naar bedrijventerreinen (volgens het zogenaamde Transatlantic Market scenario) uitgesplitst naar de componenten werkgelegenheidsgroei ('werkgelegenheidseffect'), verplaatsing van bedrijvigheid uit de woonbebouwing en het woongebied naar bedrijventerreinen ('locatietypevoorkeureffect') en de ontwikkeling van het ruimtebeslag per arbeidsplaats ('terreinquotiënteffect'). De grootste ruimtevraag valt te verwachten uit groothandel (waaronder distributiecentra van webwinkels). Duidelijk is ook dat werkgelegenheidsgroei in de toekomst niet meer de drijvende kracht zal zijn achter de vraag naar bedrijventerreinen (evenals in veel andere delen van Nederland overigens).
Opdrachtgever: Gemeente Emmen In dit rapport zijn ontwikkelingen op de markt van bedrijventerreinen in Emmen bepaald. Daartoe zijn vraagprognoses bepaald, is een historische analyse gemaakt van uitgiftes in het verleden (waaronder incidentele grote uitgiftes), zijn acquisitietrajecten beoordeeld naar hun kansrijkheid en is specifiek aandacht besteed aan de ontwikkeling van logistiek vastgoed. Vooral het zuiden van Nederland is relatief sterk in logistiek vastgoed.
Opdrachtgever: Regio Eemsdelta Als onderdeel van een onderzoek naar de markt voor bedrijventerreinen heeft Bureau Louter onderzoek verricht naar de overige bedrijventerreinen (exclusief de zeehaventerreinen). Daarbij is op basis van een door Bureau Louter in eigen beheer ontwikkeld prognosemodel de vraag naar bedrijventerreinen bepaald en geconfronteerd met het aanbod. Onderscheid is gemaakt naar de vier Lange Termijn scenarios van het Centraal Planbureau en naar twee deelgebieden binnen de regio (Oost, bestaande uit Delfzijl en Appingedam en West, bestaande uit Loppersum en Eemsdelta). In onderstaande tabel staat de confrontatie van vraag en aanbod, waarbij voor het aanbod een drietal varianten is onderscheiden. Aanbod bedrijventerreinen min vraag, drie varianten, in netto hectares
Toelichting:
Opdrachtgever: Regio Eemsdelta In een prettige samenwerking met Bureau BUITEN (Sander Kooijman, Maarten Kruisselbrink en Rutger van Raalten) en Jan Doorakkers (Doorakkers Advies; voorzitter van twee werksessies met het regionaal bedrijfsleven) heeft Bureau Louter (hoofdaannemer) onderzoek verricht naar de markt voor bedrijventerreinen in de regio Eemsdelta. Bureau BUITEN was daarbij verantwoordelijk voor de zeehaventerreinen, Bureau Louter voor de overige bedrijventerreinen. In dit samenvattende rapport zijn de twee deelrapporten samengevat en voorzien van een handreiking voor te voeren beleid door de regionale overheden.
Opdrachtgever: Regio Oost-Groningen In dit onderzoek zijn vraag en aanbod op de markt voor bedrijventerreinen bepaald tot en met 2030. Naast analyses van statistische gegevens en het opstellen van prognoses hebben tevens drie werksessies met het regionaal bedrijfsleven plaatsgevonden (onder voorzitterschap van Jan Doorakkers van Doorakkers Advies). De conclusie uit het onderzoek is dat huidige voorraad uitgeefbare bedrijventerreinen ruim voldoende is om aan de vraag voor de komende decennia te voldoen, waarbij er tussen deelgebieden wel verschillen bestaan in de mate waarin overschotten dreigen te ontstaan.
Realisatie uitgifte en prognose vraag bedrijventerreinen Oost-Groningen, vier scenarios
Opdrachtgever: Regionaal Topoverleg Techniek Haaglanden Het Regionaal Topoverleg Techniek Haaglanden wenst inzicht in de regionale arbeidsmarkt voor technici in Haaglanden, met een accent op het MBO-niveau. Naast zicht op de huidige situatie is het daarbij ook de vraag welke ontwikkelingen op middellange termijn (tot 2017) kunnen worden verwacht. Het Regionaal Topoverleg heeft aan Bureau Louter verzocht daar onderzoek naar te verrichten. Deze rapportage bevat het resultaat daarvan. Naast de economie en het arbeidsaanbod is tevens uitvoerig aandacht besteed aan het onderwijs. In onderstaand kaartbeeld staat het aantal gediplomeerden in technische MBO-opleidingen per gemeente in Nederland. Hoewel een deel daarvan nog doorstudeert, geeft dit een indicatie van ruimtelijke verschillen in instroom op de arbeidsmarkt.
Relatief aantal gediplomeerden in technisch MBO per gemeente
Opdrachtgever: Amstelring (vertrouwelijk rapport) Woonzorgcentrum Sint Jacob is een verpleeg- en verzorgingshuis, dat in 1866 is opgericht. Sint Jacob ligt in het centrum van Amsterdam, aan Plantage Middenlaan 52, tegenover Artis. Momenteel vinden ingrijpende maatregelen in de zorg plaats. Voor ouderen met een ZZP-indicatie tot en met niveau 3 zal in de toekomst geen plaats meer zijn in een verzorgings- of verpleeghuis. Ook bij ouderen met lichamelijke klachten met een ZZP-indicatie op niveau 4 is het de bedoeling dat zij zo veel mogelijk thuis blijven wonen. Voor degenen met een ZZP-indicatie op niveau 4 in verband met dementie wordt ook in de toekomst nog voorzien in opvang in een verpleeghuis. Door deze ontwikkelingen zal de markt voor verzorgingshuizen vrijwel verdwijnen. Amstelring overweegt daarom sloop van het woonzorgcentrum Sint Jacob en wenst op de vrijgekomen ruimte van ruim een hectare huurappartementen te plaatsen voor de doelgroep senioren (65-plussers). Aan Bureau Louter is verzocht te onderzoeken wat de kansrijkheid is van een te ontwikkelen complex met huurappartementen voor senioren op de huidige locatie van woonzorgcentrum Sint Jacob. Tot de vele aspecten die een rol spelen (woonaantrekkelijkheid, inkomen, demografische ontwikkelingen, potentiële doelgroepen, woningprijzen/huren), behoort de demografische ontwikkeling naar leeftijd. Uit de twee kaartbeelden blijkt bijvoorbeeld dat het aandeel van inwoners in de leeftijdsklasse 55-64 jaar (potentiële toekomstige huurders) de laatste jaren sterk is toegenomen in de binnenstad van Amsterdam.
Aandeel inwoners 55-64 jaar in totale bevolking buurten, 1998 en 2012
Opdrachtgever: Strategische Board Stedendriehoek De Strategische Board Stedendriehoek wenst inzicht in de regionale arbeidsmarkt van de Stedendriehoek in brede zin: naast de arbeidsmarkt zelf zijn daarbij ook aspecten als de economie, de bevolkingsontwikkeling, de woonaantrekkelijkheid en het onderwijs van belang. Dit rapport bevat het resultaat van een door Bureau Louter uitgevoerd onderzoek. Daarin staan onder andere vraag-aanbod confrontaties voor verschillende opleidingstypen.
Instroom 2013-2016 in procenten van arbeidsplaatsen ultimo 2012, Stedendriehoek
Opdrachtgever: Gemeente Leiden Bureau Louter heeft een uitvoerig onderzoek uitgevoerd naar de arbeidsmarkt van de Leidse regio. Dat diende twee doelen, namelijk het leveren van onderbouwende analyses voor een op te stellen Actieplan Arbeidsmarkt voor de gemeente Leiden en het leveren van een bijdrage aan de Economische Agenda Leidse regio. In het onderzoek is onder andere bepaald voor welke opleidingstypen op middellange termijn (4 à 5 jaar) tekorten of overschotten lijken te gaan ontstaan in de Leidse regio. In onderstaande figuur is dat geïllustreerd voor een aantal brede opleidingstypen (de BI-balans: Baanopeningen versus de Instroom op de arbeidsmarkt).
BI-balans naar opleidingstype, -niveau en –richting tot 2017
Opdrachtgever: Provincie Drenthe De laatste jaren is de uitgifte van bedrijventerreinen in de provincie Drenthe sterk teruggelopen. Tegelijk is sprake van een aanzienlijk aanbod aan uitgeefbare terreinen en harde plannen in delen van de Provincie. Door de Provincie Drenthe is daarom aan Bureau Louter gevraagd om prognoses op te stellen voor de vraag naar bedrijventerreinen en een confrontatie met het aanbod voor de komende twintig jaar. De prognoses zijn opgesteld per gemeente, naar verschillende economische sectoren en naar een viertal economische scenarios. De resultaten wijzen uit dat er tussen delen van de provincie verschillen bestaan in de mate waarin overschotten aan bedrijventerreinen dreigen te ontstaan. Een interessante nieuwe toepassing in het onderzoek was het bepalen van de mate van veroudering van de bedrijventerreinen aan de hand van het bouwjaar van de panden. Dat is per bedrijventerrein bepaald. In onderstaande figuur staan de totalen per gemeente.
Bouwperioden panden op bedrijventerreinen per gemeente in Drenthe
Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken Dit rapport is door Bureau Louter opgesteld in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken in het kader van hun deelname aan het project Techniekpact. Daarbij waren, naast het Ministerie van Economische Zaken, betrokken het Ministerie van SZW, het Ministerie van OCW, Platform Bèta Techniek, de regio Brainport, het bedrijfsleven, het onderwijs en de sociale partners. Resultaten uit dit onderzoek zijn opgenomen in het eindrapport Nationaal techniekpact 2020. Bureau Louter heeft vraag-aanbod confrontaties opgesteld voor 42 verschillende technische opleidingen, met een onderscheid naar 30 regios.
Ontwikkeling werkgelegenheid technisch opgeleiden, 2011-2016
Opdrachtgever: Platform Bèta Techniek De regering heeft tien topsectoren aangewezen. Platform Bèta Techniek heeft aan Bureau Louter verzocht een arbeidsmarktanalyse te maken van die topsectoren, met een accent op techniek (om die reden zijn hoofdsectoren, tuinbouw en uitgangsmaterialen en landbouw binnen agro&food niet in de analyse meegenomen). Daartoe heeft Bureau Louter eerst de topsectoren vertaald in zogenaamde sbi-codes. Aldus is de omvang bepaald van de topsectoren in termen van arbeidsplaatsen en aantal vestigingen, alsmede de ontwikkeling daarvan sinds 1996. Ook zijn prognoses opgesteld voor de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen. Daarnaast is de ruimtelijke spreiding van de topsectoren over Nederland bepaald. Tenslotte is bepaald wat de belangrijkste beroepen en opleidingen per topsector zijn. ![]()
Opdrachtgevers: Regio Groningen-Assen en Gemeente Groningen De laatste jaren is de uitgifte van bedrijventerreinen in de regio Groningen-Assen sterk teruggelopen. Tegelijk is sprake van een aanzienlijk aanbod aan uitgeefbare terreinen en harde plannen. Door de Regio Groningen-Assen en de gemeente Groningen is daarom aan Bureau Louter gevraagd om prognoses op te stellen voor de vraag naar bedrijventerreinen en een confrontatie met het aanbod voor de komende twintig jaar. Daarbij is een onderscheid gemaakt naar zes deelgebieden binnen de regio, naar verschillende economische sectoren en naar een viertal economische scenarios. De resultaten wijzen uit dat zelfs volgens de hoogste groeiscenarios overschotten op de markt voor bedrijventerreinen dreigen. Dat noopt tot het maken van keuzes over te ontwikkelen terreinen. Klik op de verkleinde weergave hieronder om een grote weergave te zien.
Opdrachtgever: Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam Het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam wenste inzicht in de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in de zorgeconomie en de daarmee gepaard gaande vraag naar ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid in de zorgeconomie. In termen van arbeidsplaatsen blijkt de zorgeconomie veruit de belangrijkste groeisector in de Rotterdamse economie te zijn. In termen van de vraag naar ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid blijkt daar minder sprake van te zijn, omdat het grootste deel van de bedrijvigheid in de zorgeconomie van (middel)grote omvang is . ![]()
Opdrachtgever: Platform Bèta Techniek De huidige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt lijken niet gunstig voor technisch opgeleiden. Op grond van een combinatie van prognoses van ROA met recente arbeidsmarktprognoses van UWV WERKbedrijf heeft Bureau Louter prognoses voor de periode 2010-2014 (in plaats van 2009-2013, zoals door ROA gebeurt) opgesteld. Aangezien de gemiddelde opleidingsduur minstens vier jaar bedraagt lijkt de ontwikkeling van de arbeidsmarkt tot en met ultimo 2014 relevanter voor degenen die in 2010 hun studiekeuze moeten bepalen dan de ontwikkeling tot en met ultimo 2013. Uit de analyse blijkt dat het arbeidsmarktperspectief voor technisch opgeleiden op middellange termijn aanzienlijk gunstiger is dan op basis van de huidige situatie op de arbeidsmarkt aangenomen wordt. ![]()
Opdrachtgever: Provincie Limburg Evenals vorig jaar heeft Bureau Louter ten behoeve van het project RAIL prognoses opgesteld voor de ontwikkeling van de vraag naar arbeidsplaatsen (uitbreidingsvraag en vervangingsvraag) in Limburg, onderscheiden naar drie regios, naar sectoren en naar opleidingstypen. Nieuw dit jaar was een confrontatie van vraag naar en aanbod van arbeid voor gedetailleerde opleidingstypen op MBO- en HBO-niveau. Het aanbod wordt daarbij voornamelijk bepaald door schoolverlaters. Ten behoeve van dit project is door Bureau Louter een nieuwe methodiek ontwikkeld om de regionale instroom van schoolverlaters per opleidingstype te bepalen. Daardoor ontstaat inzicht aan te verwachten overschotten of tekorten op per opleidingstype op middellange termijn.
Opdrachtgever: Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam In het kader van de werkgelegenheidsmonitor Rotterdam, najaar 2009, heeft Bureau Louter prognoses opgesteld voor de ontwikkeling van het aantal banen (uitbreidingsvraag) en het aantal baanopeningen (uitbreidingsvraag plus vervangingsvraag) op middellange termijn voor Rotterdam. Daarbij is onderscheid gemaakt naar sectoren, opleidingsniveau, -type en –richting en naar beroepsniveau en -richting. Tevens zijn, op verzoek van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, prognoses opgesteld van de vraag naar arbeid in 127 gedetailleerde beroepen. Mede daarop kan worden bepaald aan welk type opleidingen de komende jaren het meest behoefte bestaat. ![]()
Opdrachtgever: Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam In 2005 zijn door Bureau Louter prognoses opgesteld voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid in kleine bedrijven (minder dan twintig werkzame personen) en van de ruimtebehoefte van kleine bedrijven in de periode 2005-2009. Die prognoses zijn nu vergeleken met de gerealiseerde ontwikkelingen en er zijn verklaringen geleverd voor opgetreden verschillen tussen prognose en realisatie. Mede op basis daarvan is de prognosemethodiek verder aangescherpt en zijn prognoses opgesteld voor de periode 2010-2014. Meer dan voorheen wordt verwacht dat de vraag naar ruimte plaats zal vinden binnen woongebieden. De trek naar bedrijventerreinen zal lager zijn dan in het verleden, mede omdat het aanbod aan droge bedrijventerreinen de komende jaren beperkt zal zijn. ![]()
Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat In het kader van de Lange Termijn Verkenning Schiphol zijn met het model Aeolus berekeningen gemaakt om de knooppuntfunctie van Schiphol te bepalen voor de vier WLO-scenarios. Naast de knooppuntfunctie wenste het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, directie DGLM, tevens inzicht te verwerven in de vestigingsplaatsfunctie van Schiphol. Aan Bureau Louter is verzocht daarnaar onderzoek te verrichten. Het doel van het onderzoek was daarbij het omzetten van resultaten van Aeolus in economische effecten, met inbegrip van de ruimtelijke verdeling daarvan. Bureau Louter heeft dit onderzoek uitgevoerd in de periode half september tot en met eind november 2008. De vestigingsplaatsfunctie van Schiphol is bepaald in termen van arbeidsplaatsen en toegevoegde waarde, voor Nederland totaal en onderscheiden naar regios. Tevens is bepaald waar de mensen die werken bij Schipholgerelateerde bedrijvigheid wonen en is berekend hoeveel hectares aan bedrijventerreinen en kantoorruimte gepaard gaan met Schipholgerelateerde bedrijvigheid, alsmede de ruimtelijke verdeling daarvan. ![]()
Opdrachtgever: Provincie Limburg In opdracht van de Provincie Limburg is door Berenschot en ETIN Adviseurs de Regionale Arbeidsmarktmonitor Limburg (RAIL) 2008 opgesteld. In dat kader heeft Bureau Louter prognoses gemaakt voor de vraagkant van de arbeidsmarkt voor de periode 2008-2013. Dat is gebeurd voor Limburg als geheel en voor een onderscheid naar drie regios (Noord, Midden en Zuid). De prognoses zijn opgesteld voor economische sectoren, beroepen en opleidingen. Naast de uitbreidingsvraag is tevens de vervangingsvraag (vraag naar arbeid als gevolg van de uitstroom van werknemers als gevolg van pensioen, arbeidsongeschiktheid of, al dan niet tijdelijk, terugtreden van de arbeidsmarkt). Daarbij is onder andere rekening gehouden met de leeftijdsspecifieke opbouw van de werkgelegenheid bij Limburgse bedrijven en instellingen.
Opdrachtgever: Gemeente Delft Tot de aandachtspunten van het gemeentelijk beleid van de gemeente Delft behoort het zorgdragen voor bedrijfsruimte voor startende bedrijven, met name in bedrijfsverzamelgebouwen. Dat geldt vooral voor bedrijven die passen in het Delfts economisch profiel (kennisintensieve, creatieve, innovatieve bedrijvigheid). In de afgelopen tien jaar is de bedrijvigheid in die bedrijfsverzamelgebouwen sterk toegenomen. Bovendien hebben doorstromers die de bedrijfsverzamelgebouwen na een succesvolle start inmiddels verlaten hebben elders in Delft en de regio voor vele honderden arbeidsplaatsen gezorgd. Als gevolg van de aanleg van de spoorzone zal een aanzienlijk deel van de ruimte in bedrijfsverzamelgebouwen verloren gaan door sloop. Dat vormde voor de gemeente Delft aanleiding om aan Bureau Louter te verzoeken een onderzoek uit te voeren naar de vraag naar ruimte in bedrijfsverzamelgebouwen op middellange en lange termijn. ![]()
Opdrachtgever: UWV WERKbedrijf In de UWV WERKbedrijf prognoses is dit jaar voor het eerst gebruik gemaakt van een nieuwe indeling in dertig gebieden. Voorheen werd gebruik gemaakt van een indeling in 24 regios. In de periode 2010-2011 wordt in alle regios, met uitzondering van Flevoland en Gelderland Zuid nog een afname van het aantal arbeidsplaatsen voorzien. In de periode 2012-2015 echter zal de arbeidsmarkt zich naar verwachting in alle regios herstellen. Aantal banen van werknemers en de gemiddelde jaarlijkse procentuele verandering in het aantal banen van werknemers per AMR-gebied ![]()
Opdrachtgever: UWV WERKbedrijf De zeer ingrijpende effecten op de werkgelegenheid van de kredietcrisis zijn in alle regios in Nederland merkbaar. In de periode 2009-2010 zal het aantal arbeidsplaatsen in geen enkele van de 24 onderscheiden regios toenemen. Vooral in industrie, distributieactiviteiten en zakelijke en financiële diensten wordt een sterke afname van het aantal arbeidsplaatsen voorzien.
Opdrachtgever: CWI Nederland De prognoses voor de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen wijzen uit dat van de 24 regios in de periode 2008-2013 de sterkste groei van het aantal arbeidsplaatsen wordt voorzien in respectievelijk Flevoland, Utrecht-Midden, Nijmegen + Rivierenland en Eemland (gebieden die centraal in Nederland liggen). De minst gunstige ontwikkelingen worden voorzien in respectievelijk Zuid-Limburg, Haaglanden, Gooi en Vechtstreek en Rijnmond (gebieden die te kampen hebben met bevolkingskrimp of economische herstructurering). Ontwikkeling banen van werknemers 2008-2013, in afwijking van het nationaal gemiddelde (% per jaar) ![]()
Opdrachtgever: CWI Nederland Het aantal banen van werknemers zal in 2007 en 2008 naar verwachting met ongeveer 1.5% per jaar toenemen. Daarna vlakt het groeitempo af naar 0.9% per jaar in de periode 2009-2012. Tussen regios bestaan verschillen. Vooral de Noordvleugel van de Randstad profiteert naar verwachting bovengemiddeld van de verwachte hoogconjunctuur. ![]()
Opdrachtgever: CWI Nederland De ontwikkeling van het aantal banen van werknemers kan worden gebundeld naar groepen van regios. Dan blijkt dat de voor de regios in de zone grenzend aan de Randstad de verwachtingen in termen van procentuele groei het hoogst zijn. Binnen de groep van vier grootstedelijke regios wordt de hoogste groei voor de jaren 2006 en 2007 voorzien voor de twee regios in de Norodvleugel van de Randstad.
Opdrachtgever: CWI Evenals in 2002, 2003 en 2004 heeft Bureau Louter de regionale werkgelegenheidsontwikkeling per economische sector bepaald ten behoeve van de Arbeidsmarktprognoses van het CWI.
Opdrachtgever: CWI Nederland Evenals in 2002 en 2003 heeft Bureau Louter weer een bijdrage geleverd aan het opstellen van de Regionale arbeidsmarktprognoses 2004-2009. Bureau Louter maakt daarbij naar economische sectoren onderscheiden prognoses voor de regionale ontwikkeling van de werkgelegenheid.
Opdrachtgever: CWI Evenals vorig jaar heeft Bureau Louter een bijdrage geleverd aan de districtsrapportages van de Regionale Arbeidsmarktprognoses.
Opdrachtgever: CWI Jaarlijks brengt CWI (voorheen Arbeidsvoorziening Nederland) arbeidsmarktprognoses voor de komende jaren uit. Daarin worden naast nationale ontwikkelingen (met een gedetailleerd onderscheid in economische sectoren) tevens regionale ontwikkelingen voor een kleine dertig regios in beeld gebracht.
Opdrachtgever: Platform Arbeidsmarktbeleid Rijnmond. Voor het derde achtereenvolgende jaar wordt het Sfeerbeeld opgesteld in een samenwerkingsverband tussen SEOR en Bureau Louter. Inzicht wordt gegeven in te verwachten ontwikkelingen in de periode 2006-2012 wat betreft het aantal banen en baanopeningen. Verder wordt ingegaan op de ontwikkeling van het aantal niet-werkende werkzoekenden en op ontwikkelingen in het onderwijs (aantallen leerlingen).
Opdrachtgever: Platform Arbeidsmarktbeleid Rijnmond. In het sfeerbeeld wordt onder andere ingegaan op de ontwikkeling van de werkgelegenheid, de ontwikkeling van de beroepsbevolking, de ontwikkeling van de pendel en de ontwikkeling van het aantal baanopeningen. Daarbij wordt Rijnmond onderverdeeld naar acht gebieden en wordt een onderscheid gemaakt naar diverse economische sectoren. De groei naar gebieden en naar sectoren kan sterk verschillen. Zie als illustratie daarvoor de onderstaande tabel. Zo blijft in procenten gerekend de werkgelegenheidsgroei in Rotterdam achter bij de andere delen van Rijnmond en is de verwachte werkgelegenheidsontwikkeling voor industrie, openbaar bestuur en onderwijs duidelijk minder gunstig dan voor de andere economische sectoren. Ontwikkeling arbeidsplaatsen Rijnmond, 2006-2011 (%)
Opdrachtgever: Platform Arbeidsmarktbeleid Rijnmond. Jaarlijks brengt Platform Arbeidsmarktbeleid Rijnmond verslag uit van relevante arbeidsmarktontwikkelingen in de regio Rijnmond. Het onderzoek daarvoor is dit jaar uitgevoerd door SEOR en Bureau Louter. De bijdrage van Bureau Louter bestond uit het opstellen van prognoses voor de vraagkant van de arbeidsmarkt voor een achttal deelgebieden in Rijnmond. Prognoses gemaakt voor het CWI zijn daarbij met behulp van het AREA-model uitgesplitst naar een gedetailleerd ruimtelijk en bedrijfssectorenniveau. Het onderzoek geeft inzicht in de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de periode 2005-2010, onderscheiden naar economische sectoren, opleidingsniveau en beroepen en in het aantal baanopeningen.
Opdrachtgever: CWI Nederland Evenals in 2002 en 2003 heeft Bureau Louter een bijdrage geleverd aan de districtsrapportages van de Regionale Arbeidsmarktprognoses.
Opdrachtgever: CWI Nederland
Zes rapportages: De arbeidsmarkt (2002-2007) in district Noord, Oost, Midden-West, Noord-West, Zuid-West, Zuid-Oost. In vervolg op de Regionale Arbeidsmarktprognoses is voor een zestal districten een rapportage opgesteld met arbeidsmarktontwikkelingen in de komende jaren. Per district is daarbij tevens onderscheid gemaakt in een aantal deelgebieden erbinnen.
Opdrachtgever: Planbureau voor de Leefomgeving In het kader van de discussie over een schaalsprong (extra woningen) in Almere is door het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving een kosten-baten analyse uitgevoerd. Ten behoeve daarvan zijn door Significance en Bureau Louter prognoses opgesteld voor het aantal inwoners en arbeidsplaatsen in Almere tot 2040. Bureau Louter was daarbij verantwoordelijk voor de prognose van het aantal arbeidsplaatsen. Daarbij is onderscheid gemaakt naar zeven economische sectoren en zijn drie varianten doorgerekend (concentratie van de verstedelijking aan de oostzijde, aan de westzijde en een mengvorm). Tevens heeft per variant een inschatting van de ruimtelijke spreiding van de groei van de werkgelegenheid over Almere plaatsgevonden. Daarvoor is een nieuwe methodiek ontwikkeld waarin naast de vraag naar werkgelegenheid tevens het aanbod is betrokken (bestaande en geplande ruimte voor bedrijventerreinen en kantoren, met per variant onderling verschillende ruimtelijke accenten). Uit het onderzoek blijkt onder andere dat bij de schaalsprong (een toename van 60.000 woningen tot 2040) de natuurlijke vraag naar arbeid 50.000 arbeidsplaatsen zal bedragen en niet 100.000 arbeidsplaatsen (de ambitie van de gemeente Almere). ![]()
Opdrachtgever: Planbureau voor de Leefomgeving Het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving stellen momenteel een Kosten Baten Analyse op van een mogelijke schaalsprong in de ontwikkeling van Almere. De schaalsprong betreft het extra toevoegen (in de periode tot 2030) van 30.000 nieuwe woningen aan de 30.000 die zonder schaalsprong zullen worden gebouwd in Almere. Aan Bureau Louter, Significance en Stratelligence is verzocht de ontwikkeling van het aantal inwoners en de economische effecten in termen van de ontwikkeling van de werkgelegenheid door te rekenen met behulp van het door deze bureaus in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat ontwikkelde TIGRIS XL model. Daarbij is de situatie met en de situatie zonder schaalsprong vergeleken. Geconcludeerd is dat de schaalsprong (30.000 woningen extra) zal leiden tot een toename met 67 duizend inwoners en 22.5 duizend arbeidsplaatsen in Almere. Winst van arbeidsplaatsen in Almere leidt tot verlies van arbeidsplaatsen in andere delen van Nederland (vooral in omliggende gemeenten). In het kaartbeeld is aangegeven welke herverdeling van arbeidsplaatsen naar verwachting op zal gaan treden. ![]()
Opdrachtgever: Milieu en Natuurplanbureau Met behulp van het TIGRXIS XL (TXL) model zijn aanvullende analyses uitgevoerd voor de studie Nederland Later van het Milieu en Natuur Planbureau (MNP). Binnen dat onderzoek zijn verschillende alternatieve ruimtelijke en infrastructurele kijkrichtingen ontworpen, die worden geëvalueerd aan de hand van een brede set aan indicatoren bestaande o.a. uit economische, milieu-, veiligheid- en natuurindicatoren. Bureau Louter heeft de analyses voor de arbeidsmarkt verricht en de bijbehorende rapportage verzorgd.
Opdrachtgever: Milieu en Natuurplanbureau In navolging van een eerder project, waarbij een centrale projectie (in de vorm van een ruimtelijke vertaling) volgens het Global Economy scenario werd opgesteld, zijn in de studie Nederland later van het Milieu en Natuurplanbureau diverse ruimtelijke projecties gegenereerd en op hun milieu- en natuureffecten geanalyseerd. Het doel van het project van Significance, Stratelligence en Bureau Louter was om voor verschillende denkrichtingen, bestaande uit alternatieve ontwikkelingen voor het ruimtegebruik en transport, de ruimtelijke effecten op bewoners/arbeidsplaatsen en transporteffecten te berekenen. Daarbij is gebruik gemaakt van het TIGRIS XL model.
Opdrachtgever: MNP Door het Milieu en Natuurplanbureau (MNP) is een onderzoek gestart naar ruimtelijke toekomstbeelden. Binnen het project ruimtelijke toekomstbeelden worden verschillende alternatieve ruimtelijke projecties gegenereerd en de effecten op de groene ruimte geanalyseerd. Effecten zijn doorgerekend met behulp van het TIGRIS XL model. Die berekeningen zijn uitgevoerd door een consortium van Bureau Louter en RAND Europe, waarbij Bureau Louter de analyses voor de arbeidsmarkt heeft verricht en de bijbehorende teksten heeft gerapporteerd.
Opdrachtgever: Adviesdienst Verkeer en Vervoer Na het ontwikkelen van een prototype voor TIGRIS XL, dat al bemoedigende resultaten gaf, hebben Rand Europe en Bureau Louter verdere verfijningen, uitbreidingen en verbeteringen aangebracht in het TIGRIS XL model. Bureau Louter is verantwoordelijk voor de arbeidsmarktmodule. De belangrijkste verbetering daarin was dat het model dat de werkgelegenheidsontwikkeling verklaart nu op het niveau van gemeenten is geschat in plaats van op het niveau van COROP-gebieden. Daardoor wordt het beter zichtbaar in welke delen van een regio infrastructuurmaatregelen de meeste effecten hebben.
Opdrachtgever: Rijkswaterstaat Oost-Nederland In het kader van een planstudie met betrekking tot de N18 tussen Varsseveld en Enschede die Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland in opdracht van DGP uitvoert, dient de verbetering van de bereikbaarheid en de regionale economische ontwikkeling nader onderbouwd te worden. Rand Europe en Bureau Louter hebben opdracht gekregen dit onderzoek uit te voeren. Dat is gebeurd met het TIGRIS XL model, een grondgebruik transport interactiemodel van AVV, dat is opgesteld door Rand Europe, Bureau Louter en Spiekermann & Wegener. Dit model berekent de verwachte effecten van transportmaatregelen op de ruimtelijke ontwikkeling (o.a. van bewoners en arbeidsplaatsen).
Klik op de verkleinde weergave hieronder om een grote weergave te zien.
Opdrachtgever: Adviesdienst Verkeer en Vervoer In opdracht van AVV ontwikkelen Rand Europe, Bureau Louter en Spiekermann & Wegener een Grondgebruik Transport Interactie model. Bureau Louter is daarbij verantwoordelijk voor de module Regionale arbeidsmarkt. Vooralsnog is een prototype ontwikkeld. In dit project zijn de werking en de plausibiliteit van de uitkomsten van het model getoetst aan de hand van een aantal concrete cases. Daartoe behoorden onder andere het doorrekenen van verstedelijkingsvarianten voor Almere en verschillende vormen van aanleg van de Zuiderzeelijn. De conclusie luidt dat het prototype goede resultaten oplevert, maar dat op deelaspecten een verdere aanscherping en uitbreiding vereist is. Momenteel wordt gewerkt aan een dergelijke verbeterslag.
Opdrachtgever: Adviesdienst voor Verkeer en Vervoer In opdracht van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer is een prototype opgesteld voor een Grondgebruik Transport Interactie model (GTI-model) waarin economische, demografische, arbeidsmarkt-, vastgoed/grondgebruik- en transportontwikkelingen worden gecombineerd. Aan de hand van het prognosemodel kunnen prognoses op het niveau van 1308 gebieden opgesteld kunnen worden. Binnen het samenwerkingsverband was Bureau Louter verantwoordelijk voor het op te stellen ruimtelijke arbeidsmarktmodel (vraag en aanbod van arbeid).
Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, directie DGLM Momenteel maakt Bureau Louter prognoses voor de ontwikkeling van Schipholgerelateerde bedrijvigheid in termen van arbeidsplaatsen, beroepsbevolking, toegevoegde waarde, vraag naar kantoorruimte en behoefte aan bedrijventerreinen. Naast het nationale totaal wordt daarbij tevens een regionale onderverdeling gemaakt. Dit gebeurt voor de vier Lange Termijn scenarios van het Centraal Planbureau, voor de ontwikkeling tot 2020 en de ontwikkeling tot 2040.
Opdrachtgever: Provincie Limburg Momenteel wordt een regionaal arbeidsmarkt informatiesysteem opgezet voor de provincie Limburg. Bureau Louter levert daarvoor prognoses voor de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt op middellange termijn in Limburg, met een onderverdeling naar drie regios.
Opdrachtgever: Provincie Noord-Holland In het kader van een globale verkenning van de luchthaveninfrastructuur heeft de Provincie Noord-Holland elf toekomstbeelden opgesteld voor de ontwikkeling van de luchtvaart tot 2040. In die toekomstbeelden zijn prognoses gemaakt van de ontwikkeling van het aantal passagiers en de luchtvracht. De Provincie heeft aan Bureau Louter verzocht de ruimtelijke verdeling van de werkgelegenheidseffecten te bepalen, zowel naar de locaties waar Schipholgerelateerde bedrijvigheid is gevestigd als naar de woonplaats van de werknemers bij Schipholgerelateerde bedrijvigheid. In onderstaande figuur staat het verschil in effect op de ruimtelijke verdeling van arbeidsplaatsen en de woonplaats van de bij Schipholgerelateerde bedrijvigheid werkzamen wanneer tot verplaatsing van de luchthaven naar een nieuwe locatie Markermeer zou worden overgegaan. Klik op de verkleinde weergave hieronder om een grote weergave te zien.
Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, directie DGLM Decisio heeft een MKBA opgesteld voor de ontwikkeling van Schiphol tot 2020. Daarbij zijn naast een referentiescenario vijf varianten onderscheiden. Dit is gebeurd in het kader van overleg tussen betrokken belanghebbenden (de Alderstafel). Ten behoeve van dit onderzoek heeft Bureau Louter de ruimtelijke spreiding van de werkgelegenheidseffecten bepaald van een vijftal alternatieven, waaronder gedeeltelijke uitplaatsing van luchtvaart naar Lelystad en/of Eindhoven.
Opdrachtgever: Rijksgebouwendienst ![]() Foto: Jacqueline Louter (www.jaxpix.nl) Voor partijen die opereren op de kantorenmarkt is het van belang zicht te hebben op belangrijke trends en hun achterliggende mechanismen. Daarbij is inzicht in de nationale kantorenmarkt echter niet voldoende. Kennis over de regionale of zelfs lokale kantorenmarkt is gewenst om beslissingen te kunnen nemen over aankoop of verkoop van kantoren of over het al dan niet in aanbouw nemen van nieuwe kantoren. De Rijksgebouwendienst wenst haar inzicht in ontwikkelingen op regionale kantorenmarkten te verdiepen en heeft daarom aan Bureau Louter, in samenwerking met Bureau PAU, verzocht een breed onderzoek te verrichten met als thema ontwikkelingen op regionale kantorenmarkten. Dat betreft zowel ontwikkelingen sinds het begin van de jaren negentig als verwachtingen voor de toekomst. Toelichting project
Nieuwbouw kantooroppervlak per duizend inw. 15-64 jaar gem. in periode, gemiddeld per jaar
Opdrachtgever: Gemeente Hoogeveen Ten behoeve van de in juli 2007 op te stellen Economische Structuurvisie voor de gemeente Hoogeveen heeft Bureau Louter een ruimtelijk-economisch perspectief opgesteld. Daarin is Hoogeveen voor aspecten als werkgelegenheid, bedrijventerreinen en kantoorruimte vergeleken met de regio Zuid-Drenthe, een achttal vergelijkbare gemeenten (soortgenoten; gemeenten in het noordoosten van Nederland met een ongeveer gelijke omvang als Hoogeveen: Hoogezand-Sappemeer, Stadskanaal, Veendam, Heerenveen, Smallingerland, Sneek, Meppel en Almelo) en het nationaal gemiddelde. Daarbij is naar ontwikkelingen in het verleden, naar de huidige situatie en naar te verwachten ontwikkelingen tot 2020 gekeken.
Opdrachtgever: Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl Op verzoek van de Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl heeft Bureau Louter een rapport opgesteld over ruimtelijk-economische ontwikkelingen en perspectieven in Delfzijl. Naast economische ontwikkelingen is daarbij tevens aandacht besteed aan ruimtelijke ontwikkelingen (bedrijventerreinen en kantoren), ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en demografische ontwikkelingen. Bij de te verwachten ontwikkelingen gaat het om een prognose van ruimtelijk-economische ontwikkelingen volgens een nulscenario: een situatie waarbij het beleid niet ingrijpend gewijzigd wordt en er geen ingrijpende wijzigingen zullen plaatsvinden in het vestigingsplaatsgedrag van bedrijven en instellingen.
Opdrachtgever: provincie Groningen Bureau PAU voert in opdracht van de Provincie Groningen het project Eemsdelta uit. Centraal daarin staat een toekomstverkenning van het gebied, gevormd door de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Eemsmond en Loppersum. De overkoepelende themas zijn demografische ontwikkelingen, klimaatverandering en economische ontwikkeling. Bureau Louter heeft voor dit project een deelrapportage opgesteld met een analyse van economische ontwikkelingen in het verleden, de huidige positie van de economie en te verwachten ontwikkelingen. Naast economische ontwikkelingen is daarbij tevens aandacht besteed aan ruimtelijke ontwikkelingen (bedrijventerreinen en kantoren), ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en demografische ontwikkelingen. Bij de te verwachten ontwikkelingen gaat het om een prognose van ruimtelijk-economische ontwikkelingen volgens een nulscenario: een situatie waarbij het beleid niet ingrijpend gewijzigd wordt en er geen ingrijpende wijzigingen zullen plaatsvinden in het vestigingsplaatsgedrag van bedrijven en instellingen.
Klik op de verkleinde weergave hieronder om een grote weergave te zien.
Opdrachtgever: Gemeente Baarn IROKO heeft onderzoek verricht naar de mogelijkheden voor vraaggerichte re-integratie. De gemeente werkt daarin samen met de gemeente Soest. Door IROKO is aan Bureau Louter gevraagd een onderzoek uit te voeren naar te verwachten ontwikkelingen in de werkgelegenheid op middellange termijn, onderscheiden naar aspecten als economische sectoren, opleiding en beroep. Daarbij werd ook de ontwikkeling van het aantal baanopeningen bepaald. Ter illustratie staat hieronder het aantal baanopeningen naar beroepsniveau en beroepsrichting. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen uitbreidingsvraag en vervangingsvraag (vrijkomende banen als gevolg van uitstroom van werknemers).
Opdrachtgever: NVM Door NVM Bedrijfsonroerend Goed is een rapport uitgebracht met een beschrijving van ontwikkelingen op de kantorenmarkt in de 70 belangrijkste kantoorsteden. Bureau Louter heeft voor elke stad een kantoorprofiel opgesteld, alsmede een prognose voor de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in een vijftal brede kantoorsectoren in de periode 2006-2011. Daarnaast zijn voor elke stad kaartbeelden gemaakt met ruimtelijke verschillen in kantoordichtheid en ruimtelijke verschillen in het aanbodpercentage. Als illustratie staat hieronder het kantoorprofiel voor Utrecht. Klik op onderstaand kaartbeeld voor volledig kantoorprofiel Utrecht
Opdrachtgever: Gemeente Deventer In dit door SEOR en Bureau Louter uitgevoerde onderzoek, met als ondertitel Verdiepende analyse van de arbeidsmarkt in de regio Deventer met het oog op de reïntegratie van bijstandsgerechtigden, heeft Bureau Louter prognoses opgesteld voor ontwikkelingen aan de vraagkant van de arbeidsmarkt, onderscheiden naar aspecten als economische sectoren, opleiding en beroep. Daarbij werd naast de ontwikkeling van de totale werkgelegenheid ook de ontwikkeling van het aantal baanopeningen bepaald. De ontwikkelingen in Deventer zijn daarbij in een regionale context geplaatst, waarbij een eerste en een tweede ring van gemeenten rond Deventer werd onderscheiden.
Opdrachtgever: Rijkswaterstaat Noord-Holland De hoofdwegen in het gebied Schiphol–Amsterdam–Almere kenmerken zich door veel congestie. Na uitvoering van de voorziene plannen, concentreert deze zich vooral aan de zuid- en oostkant van Amsterdam. Hoewel er veel maatregelen genomen zijn en worden laten berekeningen zien dat de congestie de komende jaren verder toe zal nemen en de mobiliteit onvoldoende wordt geaccommodeerd. De Planstustudie Schiphol-Amsterdam-Almere is opgestart om een tracé/m.e.r. procedure uit te voeren, waarbij vooralsnog wordt gekeken naar een drietal oplossingsrichtingen. Daarvoor is door Decisio een kosten-batenanalyse uitgevoerd. De indirecte effecten op het aantal arbeidsplaatsen per gemeente, onderscheiden naar drie opleidingsniveaus, zijn berekend door Bureau Louter. Als voorbeeld staat in onderstaande kaarten het verschil in arbeidsplaatsen in 2020 per gemeente bij het zogenaamde Stroomlijnalternatief ten opzichte van de situatie dat geen extra infrastructuur aangelegd zou worden.
Opdrachtgever: Gemeente Rotterdam. De gemeente Rotterdam had behoefte aan het uitvoeren van een verdiepende arbeidsmarktanalyse ten behoeve van de reïntegratie van werkzoekenden. De analyse diende een beter en meer concreet inzicht te geven in de vraag op welke segmenten van de arbeidsmarkt en waar (in Rotterdam, in overig Rijnmond of buiten Rijnmond) de meeste kansen liggen voor laag opgeleide werkzoekenden om werk te vinden.
Opdrachtgever: Gemeente Delft De gemeente Delft wil zicht krijgen op te verwachten ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, in de kantorenmarkt, de markt voor bedrijventerreinen en de ontwikkeling van de economische structuur. Dat zal mede kunnen leiden tot het uitstippelen van of eventueel bijbuigen van het gemeentelijk economisch beleid. De periode waarover ontwikkelingen in beeld worden gebracht is 2003-2015, met een doorkijkje naar 2020. Daartoe is onder andere gebruik gemaakt van het door Bureau Louter in eigen beheer ontwikkelde AREA-model.
Opdrachtgever: Gemeente Emmen Emmen stelt momenteel een nieuw Structuurplan op (looptijd tot 2020). Daarvoor bestaat behoefte aan een inschatting van het te verwachten ruimtebeslag voor een aantal grondgebruikfuncties. Aan Bureau Louter is gevraagd om op prognoses voor het ruimtebeslag tot 2020 op te stellen. Daarbij geldt het volgende:
Opdrachtgevers: Ministeries van OCW, BZK, SZW, VWS en Justitie. Een vijftal ministeries heeft gezamenlijk opdracht verleend aan ECORYS-NEI, SEOR en Bureau Louter om een arbeidsmarktverkenning voor de periode tot 2013 op te stellen. Als macro-economisch kader daarvoor zullen de dit jaar te verschijnen Lange Termijn scenarios van het Centraal Planbureau dienen. De ministeries zijn zowel geïnteresseerd in ontwikkelingen op de eigen arbeidsmarkt (voor de publieke sector) als op de gehele Nederlandse arbeidsmarkt. Bureau Louter draagt aan dit onderzoek bij door middel van het opstellen van regionale prognoses.
Opdrachtgever: Gemeente Hoogeveen De gemeente Hoogeveen stelt momenteel een Structuurvisie op. Een van de onderdelen daarvan vormt de economische ontwikkeling. Aan PAU bv en Bureau Louter is opdracht verleend een sterkte-zwakte analyse op te stellen van de economie van Hoogeveen. Tevens worden in het onderzoek prognoses opgesteld voor de economische ontwikkeling tot 2015, met een doorkijkje naar 2030. Naast de ontwikkeling van de werkgelegenheid wordt daarbij ook de te verwachten uitgifte van bedrijventerreinen en de nieuwbouw van kantoorruimte bepaald. Daartoe is een methodiek ontwikkeld waarbij de toekomstige ontwikkelingen in Hoogeveen worden afgeleid uit ontwikkelingen in regionaal verband en een groep van zorgvuldig gekozen benchmarkgemeenten. De prognoses zijn opgesteld voor drie scenarios voor de bevolkingsontwikkeling, namelijk een groei naar 55.000 inwoners (PRIMOS scenario), naar 60.000 inwoners (volgens Provincie: POP scenario) en naar 70.000 inwoners (Ambitieuze scenario). Verwachte gemiddelde jaarlijkse ontwikkeling bedrijventerreinen, kantoorruimte en arbeidsplaatsen (2001-2030)
![]() |
![]() |
![]()
|