![]() |
Opdrachtgever: provincie Noord-Brabant
In 'Economisch Programma Brabant 2020' (uit 2012) ontvouwde de provincie Noord-Brabant haar visie op de economische toekomst van de provincie tot 2020. Daarin werd onder andere een 10-punten plan geïntroduceerd om tot de topregio's in Europa te gaan behoren. Aangegeven werd dat de basis van dit plan zou worden gevormd door een optimale ontwikkeling en (maatschappelijke) benutting van een zestal sterke economische clusters/topsectoren.
Omvang en ontwikkeling arbeidsplaatsen provincie
Opdrachtgever: Brainbay Op verzoek van Brainbay, een dochteronderneming van de NVM heeft Bureau Louter de Vastgoedmonitor ontwikkeld. Aan de hand van (combinatie van gegevens uit bronnen als Stichting LISA, CBS, Kamer van Koophandel, Locatus, Bak, BAG, de vastgoedgegevens van de NVM en door Bureau Louter zelf ontwikkelde indicatoren worden de jaarlijkse regionale ontwikkelingen op de vastgoedmarkt gevolgd (zie 'Overzicht Vastgoedmarkt'). In de Vastgoedmonitor staat informatie over de vastgoedmarkt naar:
Overzicht Vastgoedmonitor
Opdrachtgever: Paulina.nu Paulina.nu begeleidt een traject over de woon-, zorg- en welzijnssituatie voor ouderen op Goeree-Overflakkee, zowel nu als in de toekomst. Samen met vijf partners uit de drie disciplines wonen, zorg en welzijn probeert Paulina.nu tot een uitvoeringsagenda te komen om de leefbaarheid voor ouderen op Goeree-Overflakkee op peil te brengen en houden. De discipline 'wonen' richt zich op het beschikbaar hebben van de juiste woningen op de juiste plaats voor ouderen, het creëren van doorstroom op de woningmarkt en het behouden/creëren van de juiste voorzieningen per kern.
Tijdens een 'woonsessie' op 5 juli is met stakeholders uit de woningmarkt (vertegenwoordigers van de gemeente, woningbouwcoöperatie, diverse makelaars, projectontwikkelaars en particuliere initiatiefnemers op het gebied van wonen) 'in gesprek gegaan' over de woonopgave.
Aan Bureau Louter is verzocht ten behoeve van de woonsessie gegevensmateriaal aan te leveren voor een breed palet aan relevante thema's, steeds met een onderscheid naar de veertien woonkernen op Goeree-Overflakkee. In totaal zijn 72 figuren opgesteld van het type zoals onderstaand voorbeeld. In de vier kernen met een positief saldo staat een verpleeg/verzorgingshuis.
Saldo binnenlandse verhuizingen 85 jaar en ouder, % van totale bevolking, 1998-2019
Opdrachtgever: European Patent Office
Opdrachtgever: Cobouw De Bouwberichtendatabase van Cobouw bestaat uit vele duizenden concrete bouwplannen en -projecten. In de database worden ongeveer 10.000 bouwberichten per jaar geregistreerd, onder andere onderscheiden naar 'bestemming' (gebouwtypen en soorten werken), locatie, bouwfase en een indicatie van het ermee gemoeide bedrag (ramingsgroep). Deze informatie wordt door Cobouw al vele jaren bijgehouden. Naast verschillen tussen regio's kunnen daardoor ook ontwikkelingen in de tijd worden gevolgd. Bureau Louter heeft de bouwberichtendatabase geanalyseerd en voor de periode 2002-2016 ruimtelijke patronen van investeringen in de bouw (woningbouw, utiliteitsbouw en gww) op de kaart gezet en ranglijst van gemeenten en regio's gemaakt. In Cobouw nummer 29, van 12 oktober 2016, heeft Cobouw-journalist Marc Doodeman daarover een uitgebreid artikel verschenen onder de titel 'Het grote regio-onderzoek'.
Ontwikkeling omzet bouwactiviteiten 2009/'11- 2014/'16
Opdrachtgever: Atelier Flevo-perspectieven De Provincie Flevoland gaat een nieuwe Omgevingsvisie opstellen. De Omgevingsvisie bevat de strategische hoofdkeuzen voor de provincie voor de lange termijn. Daartoe inventariseert het Atelier Flevo-perspectieven wat de huidige stand van zaken is in Flevoland en welke ontwikkelingen er op de regio afkomen. Op verzoek van het Atelier Flevo-perspectieven heeft Bureau Louter onderzoek verricht naar de ruimtelijk-economische structuur in brede zin (inclusief ruimtelijke en demografische ontwikkelingen en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt) en welke ontwikkelingen voorzien kunnen worden. Dat is gebeurd in relatie tot omliggende regio's. Er zijn acht thema's onderzocht, namelijk welvaart, bevolking/demografie, bedrijvigheid, arbeidsmarkt, onderwijs, woonaantrekkelijkheid, ruimte & bereikbaarheid en economische vernieuwing. Sommige resultaten zijn opvallend, zoals het feit dat er inmiddels meer mensen Flevoland verlaten naar elders in Nederland dan andersom.
Verhuizingen naar en vanuit Flevoland
Opdrachtgever: Gemeente Rotterdam Al sinds 2003 stelt de gemeente Rotterdam jaarlijks de Economische Verkenning Rotterdam op. Ook dit jaar heeft Bureau Louter weer enkele bijdragen geleverd. Onder andere is zicht gegeven op relatiepatronen (arbeidsmarkt, woningmarkt, voorzieningen) tussen Rotterdam en de omgeving. In onderstaande figuur staat als voorbeeld het aandeel van een aantal gebieden in de totale pendelstroom naar Rotterdam (personen uit het gebied die in Rotterdam werken) en de 'relatieve intensiteit' (het aantal pendelaars per duizend inwoners van het gebied).
Opdrachtgever: Gemeente Rotterdam Ten behoeve van de Economische Verkenning Rotterdam 2015 heeft Bureau Louter onderzocht hoe het aantal startende ondernemingen zich in Rotterdam heeft ontwikkeld sinds 1996. Het aantal starters per inwoner van 15-64 jaar ligt de laatste jaren ruim boven het nationaal gemiddelde In 2013 nam Rotterdam zelfs een tiende plaats in op de ranglijst van alle Nederlandse gemeenten), maar blijft de havenstad wel achter bij de andere drie grote steden. Uit de kaartbeelden blijkt dat het aantal starters sinds de tweede helft van de jaren negentig in het algemeen sterker is gestegen in steden (geel omrand) dan in landelijke gemeenten in de Randstad.
Opdrachtgever: Gemeente Emmen Samen met Companen heeft Bureau Louter op verzoek van de gemeente Emmen de toekomstperspectieven voor de woningbouw en voor bedrijventerreinen onderzocht. Als onderbouwende analyse voor het woningbouwonderzoek heeft Bureau Louter daarbij een analyse van de verhuisstromen gemaakt in de periode 1998-2012. Daarbij is onder andere een beeld geschetst van de migratiesaldi per postcodegebied (het totaal van binnengemeentelijke en intergemeentelijke stromen). Verschillen tussen de twee deelperiodes zijn onder andere het gevolg van woningbouw.
Opdrachtgever: Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam Eind oktober 2008 is de najaarsmonitor verschenen, dit keer niet in krantvorm maar als onderdeel van de Economische Verkenning Rotterdam 2008 'Kwaliteit van werken, kwaliteit van de economie'. Hierin staat dat in 2007 het aantal arbeidsplaatsen met 0.9% is toegenomen, elders in Rijnmond nam de werkgelegenheid toe met 2.0%. De sector met de grootste toename is industrie, andere sectoren waar de werkgelegenheid toenam waren facilitaire dienstverlening en onderwijs. Klik op de verkleinde weergave hieronder om een grote weergave te zien:
Opdrachtgever: Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam In mei 2008 is de voorjaarsmonitor verschenen. In deze krant is te lezen dat de werkloosheid van Rotterdam met ruim vier procent is afgenomen in de periode december 2007-maart 2008. Rotterdam heeft echter wel te maken met een hardnekkige groep langdurige werklozen van ongeveer 20.000 personen. Deze groep is nauwelijks in omvang afgenomen, ondanks de economisch voorspoedige tijden. Een tweede kanttekening is de krapte op de arbeidsmarkt die door de gunstige conjunctuur sterk is toegenomen, met name werkgevers die op zoek zijn naar technici moeten meer moeite doen om nieuwe werknemers te vinden. ![]()
Opdrachtgever: Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam De Werkgelegenheidsmonitor Rotterdam najaar 2007 is in november 2007 verschenen. Hierin staat dat in 2006 het aantal arbeidsplaatsen in Rotterdam met twee procent oftewel 6.000 is toegenomen, daarmee is de werkgelegenheid in Rotterdam in hetzelfde tempo gegroeid als in Nederland als geheel. De sectoren die de grootste groei lieten zien waren de zorgsector en kennisdiensten. Het aantal werklozen is in de eerste acht maanden van 2007 verder afgenomen. ![]()
Opdrachtgever: Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam De gemeente Rotterdam gaat halfjaarlijks de ontwikkelingen op de Rotterdamse arbeidsmarkt laten monitoren. Daarbij worden in de voorjaarsversie ontwikkelingen in de werkgelegenheid, met een onderscheid naar economische sectoren en gebieden binnen Rotterdam gevolgd sinds het einde van de jaren tachtig. Tevens wordt aandacht besteed aan werkloosheid, pendel en de beroepsbevolking. In de najaarsversie wordt meer het accent gelegd op prognoses. Bureau Louter heeft de eerste versie van de werkgelegenheidsmonitor uitgevoerd.
Opdrachtgever: Gemeente Delft Nieuw in deze derde editie van de Economische Monitor Delft is het onderwerp kennisintensiteit en innovatie. Het blijkt dat Delft in nationaal opzicht tot de top behoort als het gaat om kennisintensieve bedrijvigheid. Vooral op het gebied van innovatieve diensten steekt Delft andere gemeenten naar de kroon. In een ranglijst van 83 gebieden, neemt Delft binnen Nederland zelfs de tweede plaats in, na Eindhoven.
Opdrachtgever: Gemeente Delft Voor het tweede jaar heeft Bureau Louter de Economische Monitor Delft opgesteld. Dit jaar is als speciaal thema de economie van woongebieden beschreven. Tevens zijn de economische prestaties van Delft vergeleken met de twee andere steden met een TU. Klik op de verkleinde weergave hieronder om een grote weergave te zien.
Opdrachtgever: Gemeente Delft Delft is een middelgrote stad met veel kennisintensieve en creatieve bedrijvigheid. De gemeente ligt centraal in de Zuidvleugel van de Randstad en vormt samen met Leiden één van de brandpunten van de Zuid-Hollandse Kenniscorridor. De gemeente Delft wil de economische ontwikkelingen gaan volgen. Bureau Louter heeft daartoe de eerste economische monitor opgesteld. Naast economische specialisaties en bedrijvigheidsdynamiek (met een onderscheid naar economische sectoren) is daarbij ook aandacht besteed aan de arbeidsmarkt en aan ruimtelijke ontwikkelingen (kantoren en bedrijventerreinen). Als speciaal thema diende in deze eerste Delftse Economische Monitor de binnenstad. Tevens is specifieke aandacht besteed aan de creatieve sector en aan de ICT-sector. Klik op de verkleinde weergave hieronder om een grote weergave te zien.
Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland
Al diverse jaren brengt de Provincie Zuid-Holland een economische monitor uit. Aan de hand van voornamelijk kwantitatieve en deels kwalitatieve informatie wordt daarin een beeld geschetst van actuele en te verwachten ontwikkelingen van de economie en het vestigingsmilieu in Zuid-Holland. Voor 2009 is de monitor opgesteld door Bureau Louter. Eerder heeft Bureau Louter de Economische Monitor 2004, de Economische Monitor 2006 en de Economische Monitor 2007 (een verkiezingsspecial, in de vorm van een krant) opgesteld.
Klik op de verkleinde weergave hieronder om een grote weergave te zien. Toelichting:
Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland In het kader van de provinciale verkiezingen maart 2007 heeft de Provincie Zuid-Holland Bureau Louter verzocht een publicatie op te stellen waarin de economische en ruimtelijke ontwikkeling in de provincie voor een breed publiek wordt gepresenteerd. Dat heeft geresulteerd in een krant van twaalf paginas A3 met door Bureau Louter opgestelde teksten, tabellen en figuren die betrekking hebben op een breed palet aan ruimtelijk-economische themas, aangevuld met fotos en illustraties. ![]()
Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland Eens in de twee jaar laat de Provincie Zuid-Holland een omvangrijke Economische Monitor opstellen, waarin de economische prestaties van Zuid-Holland en deelregios daarbinnen worden gevolgd door de tijd en vergeleken met andere regios in binnen- en buitenland. Evenals twee jaar geleden (in 2004) is de Economische Monitor Zuid-Holland ook in 2006 opgesteld door Bureau Louter. Klik op de verkleinde weergave hieronder om een grote weergave te zien.
Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland Om de economie van Zuid-Holland en deelgebieden daarbinnen (Corop-gebieden, streekplangebieden en soms ook individuele gemeenten) in beeld te krijgen is op een groot aantal terreinen statistisch materiaal verzameld, bewerkt en in illustraties omgezet. Daarbij wordt ingegaan op de volgende twaalf themas:
Als voorbeeld zijn twee illustraties opgenomen. Klik op onderstaande knop om deze te bekijken. ![]()
Opdrachtgever: Gemeente Leiden De gemeente Leiden wenst inzicht in relatiepatronen van Leiden en de Leidse regio met omliggende gebieden. Bureau Louter heeft dat onderzocht voor diverse typen relaties, zoals pendelstromen, migratiestromen en het gebruik maken van voorzieningen (winkelen, vrijetijdsbesteding, recreatie, onderwijs). Naast de huidige relatiepatronen zijn ook ontwikkelingen in de tijd bepaald.
Ontwikkeling aandeel pendelstromen sinds 1990, wetenschappelijk opgeleiden
Toelichting:
Opdrachtgever: Provincie Limburg De provincie Limburg brengt in 2013 voor het eerst de Vestigingsklimaatmonitor Limburg uit. De monitor dient ondersteuning te bieden aan het streven om te komen tot een excellent vestigingsklimaat voor mensen en bedrijven in Limburg.
Opdrachtgever: Intern project In dit onderzoek zijn de uitslagen van verkiezingen voor de Tweede Kamer 2010 beschreven en geanalyseerd. Daarbij stonden vooral lokale/regionale verschillen centraal.
Opdrachtgever: Rijksuniversiteit Utrecht Op 14 juni heeft professor Oedzge Atzema van de Universiteit Utrecht in De Rode Hoed in Amsterdam een lezing gehouden voor het Forum Stedelijke Regio's. Daarbij is onder andere gebruik gemaakt van een specifiek voor die lezing door Bureau Louter gemaakte beschrijving van ruimtelijk-economische ontwikkelingen in stadsgewesten in Nederland.
Opdrachtgever: Platform Bètatechniek De hoofdstukken 6 (Regionale arbeidsmarkt voor bètatechnici, 2011-2015) en 7 (Regionale verschillen in octrooiaanvragen) uit de Technomonitor 2010 zijn opgesteld door Bureau Louter. Een uitvoeriger verslag daarvan staat in de door Bureau Louter opgesteld PlatformPocket 29: De regionale arbeidsmarkt voor technici tot 2016. Speciaal topic: Octrooiaanvragen per regio). Daarin worden op regionaal niveau (voor 30 regios) confrontaties van vraag en aanbod opgesteld voor 37 technische opleidingen. Tevens staat in het rapport een uitvoerige analyse van ruimtelijke verschillen in het aantal octrooiaanvragen. Zie onderstaande illustratie voor de ruimtelijke spreiding van octrooiaanvragen. Weergegeven is de relatieve vertegenwoordiging, waarbij het nationaal gemiddelde op 1 is gesteld. In de figuur zijn tevens de zeven technologieregios weergegeven waarvoor door Bureau Louter in opdracht van Platform Bèta Technniek technologiepockets zijn opgesteld.
Opdrachtgever: Provincie Groningen In samenwerking met: Bureau PAU Op 10 februari 2010 heeft in Winschoten een in het kader van het DC NOISE project georganiseerd symposium over bevolkingskrimp en de gevolgen daarvan plaatsgevonden. Ten behoeve daarvan is door Bureau PAU en Bureau Louter een groeidocument opgesteld. Daarin staat een analyse van demografische en economische ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor de arbeidsmarkt, de woningmarkt, de mobiliteit, voorzieningen en de organisatorische en financiële gevolgen. In onderstaande kaartbeelden staat de gemiddelde jaarlijkse groei van het aantal inwoners per gemeente volgens het PEARL model. Voor de periode 2020-2040 is daarbij in het kader van het project een variant op het PEARL-model opgesteld waarbij voor de gemeenten in Oost-Groningen voor de periode 2020-2040 is uitgegaan van hetzelfde binnenlands migratiesaldo als in de periode 2020-2040. Ontwikkeling inwoners volgens PEARL-model:![]() ![]()
Opdrachtgever: Ministerie van BZK Er bestaat momenteel veel belangstelling voor bevolkingsdynamiek op lokaal niveau. Dat is ingegeven door de waarneming dat in veel gemeenten het aantal inwoners afneemt of dreigt te gaan afnemen. Ook het Ministerie van Binnenlandse Zaken wenst nader inzicht te krijgen in de feiten over bevolkingsdynamiek, in de oorzaken achter gemeentelijke verschillen in bevolkingsdynamiek en in de effecten van de ontwikkeling van het aantal inwoners op, onder andere, de woningmarkt, de arbeidsmarkt en het voorzieningenpeil. Op een deel van die themas wordt in dit onderzoek ingegaan. In overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken is in eerste instantie gekozen voor het verkrijgen van dieper inzicht in gemeentelijke verschillen in bevolkingsdynamiek en (in kwalitatieve en interpretatieve zin) de oorzaken achter die verschillen.
In het bijzonder ging daarbij de aandacht uit naar verschillen tussen typen gemeenten met een (dreigende) afname van de bevolking. Een uitgangspunt is dat ook de regionale context waarbinnen de bevolkingsdynamiek van individuele gemeenten plaatsvindt van belang is.
Indeling in globale gebiedstypen (hoofdgroepen) naar bevolkingsdynamiek
Opdrachtgever: Gemeente Zoetermeer De gemeente Zoetermeer stelt momenteel het Stedelijk Beleidskader Economie Zoetermeer 2009-2014 op. Als onderbouwing daarvan is aan Bureau Louter verzocht een rapport op te stellen over de economie en arbeidsmarkt van Zoetermeer. De gemeente Zoetermeer is daarbij vergeleken met een aantal benchmarkgebieden. Naast een analyse van Zoetermeer als geheel zijn tevens ontwikkelingen naar gebiedstypen binnen de gemeente onderzocht (zoals het stadscentrum, bedrijventerreinen, kantoorlocaties, winkelcentra, zorg- en onderwijscentra en woonwijken). Onderzocht zijn de recente ontwikkeling en de huidige stand van zaken. Tevens zijn prognoses voor de economische ontwikkeling opgesteld. In een speciaal themahoofdstuk is ingegaan op kennis, innovatie en clusters. Daarbij stond onder andere het bepalen van de economische betekenis van een viertal door de gemeente geselecteerde kansrijke clusters centraal. Ontwikkeling arbeidsplaatsen kansrijke clusters, 1998-2008
Opdrachtgever: European Patent Office Op verzoek van het European Patent Office heeft Bureau Louter de economische betekenis (directe en indirecte effecten) van die organisatie voor Den Haag, Rijswijk en overig Nederland bepaald. Aan de hand van een combinatie van door het European Patent Office geleverde detailgegevens, algemene gegevens uit de databases van Bureau Louter en door Bureau Louter ontwikkelde interregionale input-output tabellen is berekend dat het EPO binnen Nederland goed is voor 5.5 duizend arbeidsplaatsen (waaronder 2.7 duizend van het in Rijswijk gevestigde EPO zelf) en € 560 miljoen aan toegevoegde waarde. Totaal effecten economische betekenis van EPO
Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken heeft Bureau Louter de nulmeting voor de Pieken in de Delta monitor opgesteld. Daarin is voor zes gebieden in Nederland (Noordvleugel Randstad, Zuidvleugel Randstad, Zuidwest, Zuidoost, Oost en Noord) de stand van zaken gemeten voor diverse indicatoren. Opgesteld zijn een economisch profiel, een profiel van de bedrijvigheidsstructuur en een kennisprofiel. Per programmagebied is een afzonderlijk regiorapport opgesteld, waarop meer gedetailleerd op ontwikkelingen in de regio wordt ingegaan. Die rapporten zijn niet openbaar. Het betreft: Een exemplaar van de monitor kan worden besteld via www.ez.nl of door te bellen naar 0800-6463951. Het publicatienummer is: 08 OI29. Voor het opstellen van het kennisprofiel is onder andere gebruik gemaakt van gegevens van SenterNovem (over de WBSO) en de CIS-enquête van het CBS. Zie hieronder voor het kennisprofiel van Zuidoost-Nederland. Klik op de verkleinde weergaven hieronder om een grote weergave te zien.
Opdrachtgever: Platform Bètatechniek Bureau Louter heeft voor deze jaarlijks terugkerende monitor de arbeidsmarkt voor bètatechnici beschouwd, zowel op nationaal als op regionaal niveau. Uit arbeidsmarktprognoses blijkt dat het arbeidsmarktperspectief voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt met een bètatechnische opleidingsachtergrond de komende jaren zonder meer rooskleurig is. Werkgevers die op zoek zijn naar bètatechnici zullen daarentegen geconfronteerd worden met grote knelpunten in hun personeelsvoorziening. De goede arbeidsmarktperspectieven voor de afgestudeerden van bètatechnische opleidingen zijn het gevolg van twee factoren: een hoge vervangingsvraag en een geringe arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters.
Opdrachtgever: Gemeente Den Haag In 2005 heeft Bureau Louter, samen met Decisio, de economische betekenis van internationale organisaties in Den Haag bepaald. Naast de direct bij die organisaties betrokken arbeidsplaatsen werden daarbij ook de indirecte effecten in de vorm van uitbestedingen aan andere bedrijven en de consumptieve bestedingen van expats berekend, uitgesplitst naar regio waar die effecten neerslaan. Daarvoor is onder andere gebruik gemaakt van door Bureau Louter ontwikkelde interregionale input-output tabellen. Totale effecten in termen van arbeidsplaatsen
Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland Detailhandel lijkt sterk te groeien op bedrijventerreinen. De Provincie Zuid-Holland vraagt zich af of daaruit blijkt dat het detailhandelsbeleid faalt. Dat beleid houdt in dat detailhandel in principe niet op bedrijventerreinen mag vestigen, met uitzondering van een aantal specifiek aangewezen branches waar volumineuze goederen worden verkocht (bijvoorbeeld autos en meubels), de zogenaamde perifere detailhandel. Uit het onderzoek van Bureau Louter blijkt dat het aantal arbeidsplaatsen in de detailhandel in Zuid-Holland op bedrijventerreinen inderdaad sterker groeit dan elders, maar dat geen sprake is van falend beleid. Ten eerste groeien de perifere detailhandelbranches gemiddeld sterker dan de overige detailhandel. Ten tweede verplaatst een steeds groter deel van de perifere detailhandel naar bedrijventerreinen. Dat is niet in strijd met het beleid. Van de overige detailhandel is slechts een zeer klein deel op bedrijventerreinen gevestigd. Klik op de verkleinde weergaven hieronder om een grote weergave te zien.
Opdrachtgever: Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam Naar de ontwikkeling van vraag en aanbod van bedrijventerreinen en ontwikkelingen op de kantorenmarkt is veel onderzoek gedaan. Hoewel er altijd onzekerheden zullen blijven bestaan, die vooral samenhangen met de economische groei, leveren die onderzoeken voor gemeenten veelal goede aangrijpingspunten om effectief ruimtelijk-economisch beleid te voeren. Dat geldt echter veel minder voor economische activiteiten die zich buiten formele bedrijfslocaties (bedrijventerreinen; kantoorlocaties) ontwikkelen. Binnen deze wijkeconomie geldt vervolgens weer dat op de dynamiek in grootschalige voorzieningen in de publieke en private sector wel enig zicht bestaat. Over ontwikkelingen bij kleinschalige bedrijvigheid, waarmee wijkeconomie veelal wordt geassocieerd, bestaan echter nog veel vragen. Door het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam is aan Bureau Louter gevraagd om een case-study voor Rotterdam uit te voeren. Daarbij is voor de volgende themas onderzoek verricht:
Klik op de verkleinde weergave hieronder om een grote weergave te zien.
Opdrachtgever: Gemeente Den Haag Den Haag is wereldwijd bekend als stad waar recht wordt gesproken, vrede wordt bevorderd en waar wordt gewerkt aan veiligheid op wereldschaal. Den Haag wil het economische profijt dat zij van dit internationale cluster heeft, maximaliseren. Daartoe wil zij haar positie als vestigingsplaats voor internationale organisaties versterken.
Hoofdaannemer van dit onderzoek is Decisio. Bureau Louter heeft de economische betekenis van internationale organisaties in de Regio Den Haag bepaald, in termen van arbeidsplaatsen en toegevoegde waarde. Daarbij zijn de directe effecten van internationale organisaties bepaald en hun achterwaartse effecten. Ook meegeteld zijn de bestedingseffecten van expats en de achterwaartse effecten daarvan. Aan het onderzoek heeft een uitgebreide enquête onder alle internationale organisaties plaatsgevonden. Die informatie is gecombineerd met door Bureau Louter opgestelde interregionale input-output tabellen.
Opdrachtgever: Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam Voor het derde jaar is de Economische Verkenning Rotterdam verschenen. Dit jaar is door Bureau Louter een bijdrage geleverd in de vorm van een paragraaf per hoofdstuk met in totaal een twintigtal kaarten met toelichting. De themas zijn:
Illustratie: Gemiddelde WOZ-waarde per woning, 2005.
![]()
Opdrachtgever: Stichting Amsterdamse Economische Verkenningen Jaarlijks verschijnen de Amsterdamse Economische Verkenningen. Voor het derde jaar heeft Bureau Louter daaraan een bijdrage geleverd. Deze keer zijn de vier grootstedelijke agglomeraties in de Randstad op de kaart gezet. Daarbij werden zij vergeleken naar ruimtelijke verschillen in dichtheid van bedrijvigheid (met een onderscheid naar industrie, distributie-activiteiten en kennisdiensten), en naar de groei van de werkgelegenheid in de periode 1996-2004.
Illustratie: Ontwikkeling werkgelegenheidsdichtheid 1996-2004.
![]()
Opdrachtgever: Stichting Amsterdamse Economische Verkenningen Jaarlijks worden door de Stichting Amsterdamse Economische Verkenningen de Amsterdamse Economische Verkenningen (AEV) uitgebracht, uitgevoerd door de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) van de Universiteit van Amsterdam. Hierin wordt een beeld geschetst hoe het ervoor staat met de economie van de regio Amsterdam. Aan Bureau Louter is verzocht om voor de versie van 2004 een analyse te maken van de ruimtelijke spreiding van industriële activiteiten over de regio Amsterdam. Daartoe zijn kaartbeelden gemaakt met een gedetailleerde ruimtelijke spreiding en ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen en het aantal vestigingen in vijf typen industrie, namelijk: Voedings- en genotmiddelenindustrie, chemische industrie, metaalindustrie, drukkerijen en uitgeverijen. Illustratie: Werkgelegenheidsdichtheid voedings- en genotmiddeldenindustrie.
Opdrachtgever: Rabobank Nederland Rabobank Nederland heeft een groot project uitgevoerd, waarin manieren om tot opschaling te komen van de ruimte waarin vestigingen van Rabobank opereren centraal staan. In het kader daarvan heeft Rabobank Nederland aan Bureau Louter verzocht ruimtelijk-economische informatie te leveren. Daartoe zijn 19 kaarten opgesteld over uiteenlopende indicatoren voor ruimtelijk-economische ontwikkeling.
Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal van het Goederenvervoer Onderzoek naar de omvang van zeehavengerelateerde activiteiten in het kader van de door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat op te stellen Havenvisie (Zeehavens: ankers van de economie). Vastgesteld is de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde in de Nederlandse zeehavengebieden, de ontwikkeling daarvan in de tijd en het relatief belang van zeehavengerelateerde activiteiten binnen hun regio. Daarbij zijn vier typen definities gehanteerd om het begrip zeehavengerelateerdheid af te bakenen. Eén daarvan is de bedrijvigheid die op zeehaventerreinen is gevestigd (zie de tabel). Die bedrijvigheid blijkt goed te zijn voor een Bruto Toegevoegde Waarde van 13.4 miljard Euro (exclusief uitstralingseffecten naar andere economische sectoren). Toegevoegde waarde (miljoenen Euros) bedrijvigheid op zeehaventerreinen, 2001
Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal van het Goederenvervoer In dit onderzoek worden de uitstralingseffecten van de Nederlandse zeehavens binnen hun eigen regio en naar andere regios bepaald. Dat gebeurt op basis van de zogenaamde achterwaartse effecten: de toelevering van goederen en diensten aan zeehavengerelateerde activiteiten. Om de spreiding van de effecten over verschillende delen van Nederland te bepalen zijn in het kader van dit onderzoek interregionale input-output tabellen ontwikkeld. Daardoor kunnen bijvoorbeeld de effecten van de Rotterdamse haven op de werkgelegenheid in alle afzonderlijke Nederlandse provincies worden bepaald, onderscheiden naar typen economische activiteiten (dat is weergegeven in onderstaande kaartbeeld).
Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken Onderzoek naar ruimtelijk-economische ontwikkelingen in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg in de periode 1993-2001. Onderzocht zijn ruimtelijke verschillen in dichtheid van economische activiteiten, het aantal arbeidsplaatsen per inwoner tussen 15 en 65 jaar en de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de tijd voor ruim 600 regios en 31 stedelijke agglomeraties. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar typen economische activiteiten. Tevens is een ranglijst van regios opgesteld naar hun economische prestaties.
Opdrachtgever: Stichting Amsterdamse Economische Verkenningen Jaarlijks worden door de Stichting Amsterdamse Economische Verkenningen de Amsterdamse Economische Verkenningen (AEV) uitgebracht, uitgevoerd door de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) van de Universiteit van Amsterdam. Hierin wordt een beeld geschetst hoe het ervoor staat met de economie van de regio Amsterdam. Aan Bureau Louter is verzocht om voor de versie van 2003 een analyse te maken van de ruimtelijke spreiding van economische activiteiten over de regio Amsterdam. Daartoe zijn kaartbeelden gemaakt met een gedetailleerde ruimtelijke spreiding van het aantal arbeidsplaatsen en het aantal vestigingen in drie regionaal-stuwende sectoren, namelijk industrie, distributie-activiteiten en kennisintensieve zakelijke dienstverlening en voor de totale bedrijvigheid. Tevens is nagegaan welke locaties (gebieden met een oppervlakte van een vierkante kilometer) de hoogste dichtheid aan vestigingen of werkgelegenheid kennen binnen de regio. Het blijkt dat er grote verschillen tussen economische sectoren bestaan.
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam, EZ Research Voor het Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA), bestaande uit gemeenten in het zuidelijk deel van de provincie Noord-Holland en Almere wordt momenteel een Regionaal-Economische Structuurvisie (RES) opgesteld. Ten behoeve daarvan is door Bureau Louter de ruimtelijke spreiding en recente groei van de werkgelegenheid in een twaalftal strategische clusters op de kaart gezet. Dat gebeurt via meer dan honderd kaartbeelden, op een ruimtelijk zeer gedetailleerd niveau. Naast werkgelegenheid wordt tevens ingegaan op de Bruto Toegevoegde Waarde, op de rol van het midden- en kleinbedrijf en op de ruimtelijke spreiding van de hoofdkantoren van de 500 grootste ondernemingen in Nederland. Als illustratie is hier de ruimtelijke spreiding en de recente groei van de werkgelegenheid in de strategische cluster ICT en nieuwe media weergegeven.
Opdrachtgever: Rijksgebouwendienst (RGD) De Rijksgebouwendienst wenst inzicht in de ontwikkelingen op de kantorenmarkt in de jaren negentig, en met name het tweede deel van de jaren negentig, tot nu. Bureau Louter is gevraagd inzicht te verschaffen in ruimtelijke verschillen in dichtheid van kantooractiviteiten, ruimtelijke verschillen in prijzen van kantoren en in locatiefactoren die bepalend zijn voor de geconstateerde verschillen in dichtheid en prijzen. Voor een dertiental door de RGD als strategische steden aangeduide gemeenten en voor tien grote stadsgewesten is een kantorenprofiel opgesteld. Daarin is de positie van een stad of stadsgewest vergeleken met het gemiddelde van andere steden of stadsgewesten weergegeven. Klik op de verkleinde weergave hieronder om de volledige weergave te zien van het profiel voor de gemeente Groningen.
Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken Het Ministerie van Economische Zaken ontwikkelt momenteel binnen het project Gebiedsgerichte Economische Perspectieven (GEP) een visie op de ruimtelijk-economische ontwikkeling in Nederland. In dat verband is aan Bureau Louter gevraagd de huidige ruimtelijke spreidingspatronen en ontwikkelingspatronen van regionaal-stuwende economische sectoren te onderzoeken. Dat gebeurt globaal op lange termijn (sinds 1973) en meer specifiek op kortere termijn (sinds 1996). Daarbij is onderscheid gemaakt tussen een aantal typen economische activiteiten. Klik hier om uw (gratis) rapport te bestellen of te downloaden bij het ministerie van Economische Zaken.
![]() ![]() |
![]() |
![]()
|